Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Arbeidersbanken

betekenis & definitie

De groei van de arbeidersbeweging en het toenemende vermogen der vakvereenigingen waren aanleiding tot oprichting van eigen banken, meestal door de vakvereenigingen, als N.V. of op coöperatieve grondslag, met het doel de gelden der vakvereenigingen en de spaargelden der arbeiders in eigen handen te houden en aan de eigen belangen dienstbaar te maken. De gelden worden hiertoe in de eerste plaats uitgeleend aan coöperaties, de eigen pers, boekhandel, instellingen van arbeidersontwikkeling, enz. of aan openbare lichamen.

Ook trachten deze banken wel door het verwerven van aandeelen invloed te krijgen in bepaalde ondernemingen, om op deze wijze de machtsmiddelen van het bankkapitaal voor de eigen doeleinden te gebruiken. De in 1913 opgerichte Belgische Banque du Travail had omstreeks 1930 de meerderheid in 18 ondernemingen.

Een moeilijkheid voor deze banken is vaak de gelden binnen het gewenschte gebied voldoende liquide te beleggen, waardoor zij gedwongen worden een deel daarvan bij gewone banken onder te brengen of de eischen der noodzakelijke liquiditeit te verwaarloozen. De Banque du Travail geraakte daardoor in 1934 in moeilijkheden, waarbij de Belgische regeering met een crediet van 150 millioen Fr. ten behoeve van de inlagen der kleine spaarders steunde, tegen hypothekaire verpanding van het bezit van de gezamenlijke coöperaties.

In Ned. heeft de in 1904 opgerichte N.V. De Centrale ArbeidersVerzekerings- en DepositoBank, welke in nauwe relatie staat tot de moderne vakbeweging (N.V.V.) en de S.D.A.P. tot en met 1938 met inbegrip van ƒ 538.425.— statuaire winstuitkeering (90 % van de winst na uitkeering van 6 % aan de aandeelhouders) ruim ƒ 3.400.000.— aan de arbeidersbeweging ten goede doen komen in de vorm van leeningen, aankoop van gebouwen, schenkingen, enz.

Het deposito-bedrijf is door deze bank tot dusverre niet ontwikkeld.In 1931 werd door de Katholieke arbeidersbeweging (R.K. Werkliedenverbond) opgericht De Ned. Arbeidersbank N.V., waarvan alleen rechtspersonen die tot de Katholieke arbeidersbeweging behooren aandeelhouders kunnen zijn. Coöperatieve levensverzekeringsspaar- en volkscredietbanken, die uit de arbeidersbeweging zijn voortgekomen, hebben meestal het uitsluitende doel de persoonlijke belangen van de deelnemers en gebruikers te dienen.

De beambtenbanken, die eveneens in vele landen, veelal op coöperatieve grondslag, ontstonden met het doel de spaargelden uit eigen kring aan de particuliere credietbehoeften van de zelfde groep dienstbaar te maken, hebben daardoor meer overeenkomst met middenstandsbanken en boerenleen banken.

Lit.: H. Comprix, Die Arbeiterbanken, ihre Entwicklung und Bedeutung in wirtsch. und sozialer Hinsicht, 1929.