Rode en witte Bourgogne. Côte de Beaune, Frankrijk
Aan het begin van de middeleeuwen behoorden de wijngaarden aan monniken, maar later begon de adel zich ook voor de wijnbouw te interesseren. Aan de rand van het grote plein van Savigny, met daaromheen een wat rommelig park, staat een groot kasteel omgeven door een slotgracht dat in 1340 werd gebouwd, in 1468 met de grond gelijkgemaakt en in 1672 weer opgebouwd. Dit was vroeger de woning van een hoogadellijke familie, maar van alle pracht is weinig meer over: het is nu een motormuseum.
In Savigny is ca 370 ha beplant met wijnstokken, en de gemiddelde jaarproduktie bedraagt ongeveer 12 000 hl wijn, op enkele honderden hectoliters na allemaal rood.
Deze wijn was in vroeger tijden zeer populair. Een hertog van Bourgondië heeft een wijnboer eens tot halfgod willen verheffen, louter en alleen om de kwaliteit van zijn nectar. De reputatie van de Savignywijnen is echter nogal achteruitgegaan. Hoewel hij Ucht is en geurig, en van een opmerkelijke verfijning, is het geen bewaarwijn. Het plaatsje Savigny ligt tussen PernandVergelesses en Beaune. De wijnen uit deze 3 plaatsen lijken heel veel op elkaar, maar die van Beaune zijn toch de beste.
De wijn van Savigny wordt verkocht onder de naam van de gemeente, met of zonder de toenaam Côte de Beaune, want als de wijn voldoet aan de normen van een van deze benamingen heeft hij ook recht op de andere. Wanneer hij met wijnen uit andere gemeenten van de Côte de Beaune wordt vermengd verkoopt men hem onder de naam Côte de Beaune-Villages. De beste wijngaarden van Savigny zijn geklasseerd als Premier Cru, wat wil zeggen dat de gestelde minimum normen hoger zijn en dat er een hogere kwaliteit wordt gegarandeerd. De wijnen uit deze wijngaarden mogen worden verkocht onder de naam van de gemeente met als toenaam die van de wijngaard. Het zijn Vergelesses, Marconnets, Dominode, Jarrons, Lavières en Serpentières.
