Witte wijnen, droge en zoete, mousserende en niet-mousserende. Rhônedal, Frankrijk
De wijnen van Saint-Péray waren in Frankrijk zeer populair gedurende het Second Empire, maar vielen kort daarna in ongenade; op dit moment zijn ze echter bezig hun populariteit te heroveren. Evenals vroeger is er ook nu het meeste vraag naar de volle, mousserende wijn. De wijnstokken van Saint-Péray (Roussanne en Marsanne) worden gekweekt op een steile helling die zich verheft op de rechteroever van de Rhône. De wijnboeren wachten soms tot de edele rotting de druiven heeft uitgedroogd en het suikergehalte al naar gelang het vochtverlies heeft doen toenemen om er zeer zoete wijnen van te maken. Maar over het algemeen worden de druiven geplukt zodra ze rijp zijn, waarna ze tot droge wijnen worden verwerkt. Een groot deel daarvan ondergaat een tweede gisting op fles volgens de ‘méthode champenoise’ en geeft dan een mousserende wijn. Het ongeveer 60 ha grote wijngaardoppervlak van Saint-Péray produceert jaarlijks zo’n 1750 hl wijn.
→ RHÔNE
