Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Griekenland

betekenis & definitie

De wijnbouw is een van de voornaamste agrarische bedrijfstakken van Griekenland. Bodem en klimaat van dit land gaven het al in oudste tijden een soort roeping voor de wijnbouw, waarover in de Ilias en Odyssee op vele plaatsen wordt gesproken.

De kalkhoudende bodem van het Griekse vasteland en van Kreta en andere eilanden, alsmede de vulkanische bodem van andere door hun wijnen bekende eilanden zoals Santorini zijn geschikt voor de wijnbouw.Het droge klimaat geeft sterk suikerhoudende druiven en de wijnen, vooral de zoete, hebben een karakteristieke, fruitige smaak. De voor de export bestemde wijnen worden bereid volgens de modernste methodes in ware wijnfabrieken, door grote fabrikanten. De wijnboeren zijn echter nog niet zover en zij blijven hun wijnen verbouwen als in de tijd waarin hun voorouders Dyonisius aanbaden.

Na de op de Eerste Wereldoorlog volgende Grieks-Turkse oorlog hebben de Griekse vluchtelingen, afkomstig uit de wijnbouwgebieden in Klein-Azië, de Griekse wijnbouw uitgebreid, en vooral tussen 1926 en 1929 exporteerde het land grote hoeveelheden wijn. Tijdens de jaren na de Tweede Wereldoorlog hebben burgeroorlog en epidemieën van phylloxera en meeldauw heel wat wijngaarden geteisterd. Men nam maatregelen tegen de phylloxera en bouwde de wijngoederen weer op, die nu weer het vooroorlogse niveau hebben bereikt.

Op de negende plaats op Europees en op de dertiende plaats op mondiaal niveau speelt Griekenland nu een belangrijke rol op de wereldmarkt. Het produceert gemiddeld 5 040 000 hl wijn per jaar (op 1 040 000 ha), waarvan 1 miljoen hl wordt geëxporteerd, voornamelijk naar de Duitse Bondsrepubliek, Zwitserland, Zweden, De Benelux en de Verenigde Staten.

Zelfs in onze dagen heeft men nog vrijwel niets geprobeerd om de kwaliteit te controleren of wetten op de appellations toe te passen. Zorgeloos als hij is, stelt de Griekse consument geen hoge eisen aan de producent. Het gevolg daarvan is dat de wijngoederen ordeloos worden bestuurd. Over het algemeen beschouwt men de wijn als iets even vanzelfsprekends als water en lucht en de consumptie daarvan als een vaststaand recht. Er is trouwens genoeg voor de bevolking en hij is vaak goedkoop. Het grootste deel van de Griekse wijn wordt niet gebotteld en rijpt in geweldig grote kuipen. Van een handel in kwaliteitswijnen is eigenlijk geen sprake; zeldzaam zijn de kleine wijnbouwers die een kleine hoeveelheid bottelen.

Dat neemt niet weg dat een aantal controlewetten is opgesteld die in 1963 werden uitgevaardigd en geleidelijk aan zouden moeten worden toegepast. Sedert 1976 is een nieuwe wetgeving in werking getreden, die is aangepast aan de modernste eisen van de wijnproduktie en overeenstemt met de wetten van de Gemeenschappelijke Markt. Er zijn 26 wijnproduktieen -bereidingsgebieden afgebakend met gelijktijdige toekenning van appellations d’origine. Een onder het ministerie van Landbouw ressorterend Wijninstituut is belast met de controle op de Griekse wijnen, maar het gebrek aan bevoegde oenologen maakt de uitvoering van de controles zeer moeilijk. Sedert 1970 worden de prijzen door de Staat gecontroleerd.

Naar de huidige stand van zaken kan de Griekse wijnhandel in 3 hoofdsectoren worden verdeeld:

1. de coöperaties,
2. de grote particuliere bedrijven en
3. de eigenaren die op kleine schaal voor eigen rekening opereren.

Er zijn 70 coöperaties (die over 40% van de totale capaciteit aan tanks beschikken) en 250 particuliere bedrijven. De 4 voornaamste zijn de Griekse maatschappij voor wijnen en spiritualiën, de N.V. A. Cambas, Caviros en Achaia-Clauss, die bijna 80% van de op Grieks grondgebied geconsumeerde wijn levert, dat wil zeggen 15 miljoen flessen en een nog indrukwekkender hoeveelheid losse wijn. De gemiddelde jaarlijkse consumptie per inwoner bedraagt ongeveer 40 liter; een groot deel van deze wijn wordt trouwens gemaakt door de boeren-wijnbouwers voor direct gebruik.

De handelsfirma’s hebben de laatste 10 jaar veel investeringen gedaan om hun wijnbereidingsinstallaties te moderniseren; het ligt in hun bedoeling de bottelcapaciteit te vergroten, en ze stellen hernieuwde pogingen in het werk om de Griekse wijnen in het buitenland te propageren.

Wijngebieden van Griekenland

De Peloponnesus

Dit schiereiland is het grootste wijn bouwgebied van Griekenland (66 000 ha) en produceert ongeveer 30% van de totale hoeveelheid. Een van de voornaamste bedrijven, de coöperatie van Patras, ligt in het uiterste noorden, tegenover Missolonghi. Het is hier dat Byron aan de koorts overleed. In de omgeving van Patras, een belangrijke haven van het land, zijn verscheidene wijnhuizen gevestigd, waaronder de N.V. Achaia-Clauss, de N.V. Beso en de N.V. Transetcom.

Men komt in Patras via een bekoorlijke kustweg langs de Golf van Korinthe of via een evenwijdig daarmee lopende spoorweg. De stad ligt verscholen aan de voet van een steile berghelling. Over een breedte van 5 km zijn de flanken daarvan bedekt met wijngaarden, die zijn samengesteld uit Mavrodaphni, Muscat, Aghiorghitico en Phileri. Men ziet er voren noch goed gesnoeide rijen planten. Ze groeien in het wilde weg, net als struikgewas, onder een brandende hemel. Een aantal van de beste Griekse wijnen komt uit dit gebied: enkele rode, maar vooral droge witte zoals de SainteLaure en de Sainte-Hélène met zijn heldere smaak.

Men produceert er ook een zoete Muscat en nog belangrijker, de uitermate zoete Mavrodaphni (die ook op het eiland Cephalonië wordt verbouwd). De Mavrodaphni is een van de zeldzame dessertwijnen die beter tot hun recht komen als ze niet gekoeld maar gechambreerd zijn. Het is een dure, zware en zoete wijn die 14° tot 16° alcohol bevat. Van de overige wijnen uit dit gebied willen wij noemen de Tegee, licht en rosé-achtig; de soepele Mantinee, de droge Nemee, die zo donker is dat hij zwart lijkt, en de rosé van Rhoditis.

Attica

Met 15% van de nationale wijnproduktie komt Attica op de tweede plaats van de Griekse wijngebieden. Ten zuiden van Athene produceren de wijngoederen een grote hoeveelheid gewone wijnen voor huiselijk gebruik. Ze strekken zich uit in de nabijheid van de stranden, achter een goed bestrate weg. Men verbouwt hier witte Savatiano, een ras op basis waarvan men de beste Retsina genaamde harswijnen maakt, en verder nog Mandilaria en Mavoudi wat de rode wijnen betreft, en de rosé Rhoditis. Het is de streek die ook de Hymette produceert aan de voet van de gelijknamige berg. Deze wijn moet tussen zijn tweede en vierde jaar worden gedronken.

Verder willen wij nog noemen de Marco en de Pallini, welke laatste met zorg wordt bereid in een klein wijngoed van die naam.

Macedonië

De westelijke en centrale gedeelten van dit gebied zijn bij uitstek geschikt voor de wijnbouw en zijn een echt produktiecentrum van rode wijnen geworden. Op de zuidhellingen van de berg Vilia wordt een zoete wijn gemaakt van rode Muscat-druiven. In Chaldiki, aan de oostkant, is men bezig met de aanplant van edele rassen. De Griekse redersfamilie Carras heeft in de jaren ’60 dicht bij haar toeristisch centrum een belangrijk wijngoed gesticht.De bereiding van de wijn, Porto Carras genaamd, staat onder toezicht van professor Peynaud, de eminente oenoloog uit Bordeaux.

Rhodos

Eertijds beroemd door zijn Kolossos, was dit eiland al een centrum van beschaving in het tijdperk van Mycene. Lange tijd daarna vestigden zich hier de hospitaalridders.

Wijn wordt op Rhodos al eeuwenlang, zo niet duizenden jaren lang gemaakt. De coöperatie CAIR is de voornaamste producent. De bekendste wijn, de Lindos, is een droge witte wijn die wordt verbouwd in de omgeving van de stad Lindos, die de ruïnes van het Parthenon herbergt.

De rode wijn van Rhodos, die de naam ‘Ridder van Rhodos’ draagt, heeft een recente appellation d’origine gekregen.

Samos

Van Turkije gescheiden door een smalle zeearm van de Egeïsche Zee werd het eiland Samos rigoureus beroofd van zijn wijngaarden die de Turken van de aardbodem wegvaagden in het jaar waarin ze Konstantinopel innamen (1453). Toen de Grieken het in 1912 heroverden troffen ze er niettemin wijngoederen aan en even goede wijnen als vroeger.

Tijdens de daaropvolgende jaren maakte een reeks wetten van Samos een van de weinige appellations contrôlées van Griekenland. Geen enkele wijn, niet op het eiland gemaakt van op het eiland verbouwde druiven, heeft recht op de naam Samos. Verder is het verboden Samoswijn te vermengen met ongeacht welke andere wijn, terwijl de Griekse wijnen van andere herkomst recht hebben op een aanmenging die kan gaan tot 30%. Om de naleving van deze wet te verzekeren is het verboden wijnen uit een ander deel van Griekenland op Samos te importeren.

De Muskaatwijn van Samos, een zoete wijn, is een van de 2 Griekse wijnen die men in het buitenland het meest aantreft en daar het meest worden gewaardeerd (de andere is de Mavrodaphni). De witte Muskaatdruif, gelijkend op die van Frontignan, levert het grootste deel van de Samoswijnen.

Het scherpe reliëf van dit bergachtige eiland met zijn dermate steile hellingen dat men vaak terrassen moet kappen, is heel geschikt voor de wijnbouw. De goudgele druif groeit er voorspoedig in een zacht klimaat, maar de oogstperiode wisselt sterk naar gelang de wijngoederen: in de vlakte begint zij in augustus en voor de hoog in de bergen gelegen wijngaarden in oktober.

Naast de natuurlijk zoete Samoswijn maakt men op Samos ook likeurwijnen en alle hebben ze de nadrukkelijke smaak en het bouquet van de Muscat.

Santorini

De op de vulkanische bodem van dit eiland verbouwde rassen behoren tot uiteenlopende soorten en geven droge en zoete, soms heel aangename wijnen.

De goede droge wijn draagt altijd het etiket Santorini; de zoete ofwel hetzelfde of de vermelding Vino Santo. Op de zondoorstoofde heuvels van dit schitterende eiland krijgt de druif een zodanig suikergehalte dat de wijn vaak 15° alcohol bevat.

Kreta

Dit grote eiland is een belangrijk wijnbouwcentrum van Griekenland. De zonnige heuvels zorgen voor een goede opbrengst. De rassen die worden verbouwd zijn de Romeiko, Kotisphali, Mandilari en Liatico. Ze leveren stevige tafelwijnen met veel body, rijk aan alcohol, die al rijpend finesse opdoen. Evenals op Samos heeft men op Kreta serieus gewerkt aan de bescherming van de appellation van de wijnen. Sommige dragen het etiket Candie (of Archanes).

De grote producentencoöperatie heet Chania. A. Cambas N.V. en Achaia-Clauss hebben wijngoederen op Kreta, maar slechts een klein deel van de wijnen die zij verkopen komt uit hun eigen goederen. De 45 000 ha produceren ongeveer 1 miljoen hl wijn.

Epiza

Een bergachtige streek in het noordwesten van het land. De wijnbouwzone van Zitsa, bij de stad Yannina, produceert witte parelende wijnen met een eigen karakter. Het verbouwde ras is de befaamde Debina.

Overige gebieden

Het eiland Cephalonië produceert een witte wijn met het witte ras Robola. De omstreken van de stad Rapsani, in het centraal-oostelijk deel van het land, produceren goede rode wijnen met het ras Mauroudi.

Andere Griekse wijnen

Retsina

De populairste van de Griekse wijnen, maar deze naam is niet de aanduiding voor een bijzonder type wijn en dekt veeleer een hele soort, namelijk de wijnen die men kunstmatig de smaak van dennehars heeft gegeven. Dat is het geval met de helft van de witte en lichtrode Griekse wijnen (Kokkinelli), maar niet met de rode. In de zuidelijke en centrale delen van het land geeft vrijwel iedereen - vooral op het platteland - de voorkeur aan deze harsachtig smakende wijn. Meer dan 80% van de wijnen uit Attica, bereid met de druif Savatiano, wordt op deze manier behandeld.

Heel wat hypothetische verhalen proberen een verklaring te geven voor het ontstaan van deze behandeling van de wijn met hars. Volgens een van deze theorieën bedienden de Grieken uit de Oudheid zich van hars om de aarden kruiken waarin ze hun wijnen bewaarden, te bestrijken; ze begonnen het lekker te vinden en hebben later de toevoeging van hars bewust voortgezet. Volgens een andere theorie is deze gewoonte ontstaan uit een toevallige gebeurtenis: het ontbreken van eikehout zou de wijnbouwers hebben gedwongen fusten van dennehout te gebruiken. Erg waarschijnlijk is dit niet, want de kruiken die men in de Egyptische graven heeft aangetroffen en die van vóór de klassieke periode van de Griekse Oudheid zijn, werden met hars en teer bestreken. Men kan wel aannemen dat de voorvaderen vonden dat hars de smaak van de wijn verbeterde. We weten dat de Romeinen ook pek en andere ingrediënten aan de wijn toevoegden, maar dat gebruik is in het Griekenland van vandaag niet meer in zwang.

De Retsina moet koel worden gedronken. De Grieken zeggen dat de beste uit de omgeving van Athene komt. De boeren die hem voor eigen gebruik maken gaan nog te werk volgens voorouderlijke methodes; vaak drinken ze hem al vlak na de fermentatie.

De Retsina heeft een alcoholgehalte van 12,5 tot 13°. In tegenstelling tot het merendeel van de wijnen wordt hij niet beter naarmate hij ouder wordt.

Monemvasia of Malvoisie

Tegenwoordig duidt de naam Monemvasia op elke willekeurige wijn uit elk willekeurig gebied van Griekenland dat min of meer de kenmerken van Malvoisie heeft. Maar vroeger was Monemvasia, een diepwaterhaven in het zuiden van Griekenland, een bedrijvig wijnexportcentrum. Deze stad gaf zijn naam aan de wijnen die er werden verscheept maar die waren gemaakt op Naxos en andere eilanden uit de Kleine Cycladen zowel als op Kreta, met name rond Candia.

De Monemvasia was overal aan de Middellandse Zee in circulatie. In Spanje noemde men hem Malvegia, in Italië Malvasia, in Frankrijk Malvoisie en in Engeland (importerend land) Malmsey. Hij was er beroemd in Shakespeares tijd en zelfs daarvoor. Iedereen herinnert zich ook de anekdote die zegt dat de hertog van Clarence zou zijn verdronken in een vat Malmsey.

Het heeft lang geduurd voor men begreep dat Malvoisie geen appellation is maar alleen een type wijn ofwel een wijn gemaakt met het druiveras Malvoisie en dat hij eveneens uit Spanje, Griekenland, Madeira als uit Kreta komt. Andere wijnen die men soms in het buitenland ziet zijn onder andere de Mantinee, een roséachtige wijn uit de hoge gebieden van Arcadië die bij voorkeur rond zijn vijfde jaar en goed gekoeld moet worden gedronken en de Mavro Naoussis, een donkerrode wijn afkomstig uit Naoussa in het midden van Macedonië.

Grieks gedistilleerd

Eaux-de-vie

De beste Griekse eaux-de-vie worden gemaakt van de Savatiano en de rode en witte druiverassen die worden verbouwd op het vasteland en het eiland Samos. Ze komen voor in 3 soorten: de jongste die 5 jaar oud zijn, de Vijf-Sterren die naar het schijnt 25 jaar tellen en de Zevensterren die meer dan 40 jaar oud zijn. Kleur en aroma zijn het natuurlijk resultaat van de rijping op fust. Andere eauxde-vie kunnen zoet zijn met toevoeging van smaakverhogende ingrediënten en worden dan als aperitief of digestief gedronken. De populairste merken van deze droge en heldere sterkedranken zijn Metaxa, Botrys, Cambas en Lizas.

Ouzo en Mastika (of Masticha)

Dit zijn de voornaamste aperitieven. Ouzo is een drank met een anijssmaak die gewoonlijk koel, met water of‘on the rocks’ wordt gedronken. Evenals bij absinth, pastis en Pernod wordt de drank door het water troebel en ondoorzichtig.

De Mastika, gemaakt van brandewijn met een toevoeging van gom uit de Pistacia lenticus, komt vooral van het eiland Chios, maar is evenals de Ouzo oorspronkelijk afkomstig van het Griekse vasteland.

Raki

Dit is een gedistilleerd van hetzelfde genre als de Arak die aan de oostkust wordt gedronken, waar hij ook wordt gemaakt, op basis van neutrale wijnen waarin ze vijgen en andere vruchten laten weken. Helderwit, sterk en vurig, wordt hij gedronken zonder dat de rijpingstijd een rol speelt. Het is een ongekunstelde drank.