Dit eiwit wordt gebruikt bij de behandeling van witte wijnen zowel om hen te klaren als om hen te beschermen tegen maderisatie. De stof, die fosfor bevat, is in het algemeen afkomstig uit melk en komt daarin voor als een kalkzout.
Na wassen, drogen, fïjnmalen en zeven kan caseïne worden gebruikt met een dosis van 5 a 20 gram per hl voor de klaring van de wijn of met 25 a 30 gram/hl zowel om de oxydatie te voorkomen als om deze terug te dringen.