Wat is de betekenis van Caseïne?

kaasstof. eiwitachtige stof in koemelk die onder meer wordt gebruikt bij het maken van kaas; kaasstof. Voorbeelden: Voor de kaasbereiding is caseïne van belang. Deze gaat over in de kaas. De serumeiwitten blijven achter in de wei. De caseïne bevatten vrij veel kalkzouten. Deze kalkzouten komen in de kaas terecht en neutrali...

caseïne - zelfstandig naamwoord uitspraak: ca-se-i-ne 1. eiwitachtig bestanddeel van melk ♢ de caseïne is nodig om kaas te maken Zelfstandig naamwoord: ca-se-i-ne de caseïne

Eiwit uit melk dat gebruikt wordt als bindmiddel voor pigmenten.

[Lat. caseus = kaas] kaasstof in melk, eiwitachtig bestanddeel.

eiwitachtig bestanddeel van melk, kaasstof

caseïne - De belangrijkste melkproteïne, die voornamelijk wordt gebruikt als een lijm- of pigmentbinder; het bezinkt na verzuring uit taptemelk.

Dit eiwit wordt gebruikt bij de behandeling van witte wijnen zowel om hen te klaren als om hen te beschermen tegen maderisatie. De stof, die fosfor bevat, is in het algemeen afkomstig uit melk en komt daarin voor als een kalkzout. Na wassen, drogen, fïjnmalen en zeven kan caseïne worden gebruikt met een dosis van 5 a 20 gram per hl voor d...

(L., caseus = kaas), kaasstof, fosfoproteïde, komt gebonden aan calcium voor in zoogdiermelk. Bevat essentiële aminozuren (bv., leucine, valine, lysine). Door het lebenzym (chymase) wordt uit caseïne paracaseïne gevormd. Met calcium vormt het wrongel (aaneengesloten gel). Deze stremming vormt de basis voor de kaasbereiding.

kaasstof; de eiwitstof in de melk.