Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

vaccinatie

betekenis & definitie

Het lichaam onvatbaar voor een infectieziekte maken door gericht daartegen een vaccin te geven (uitspraak: vak-sie-NAA-tsie).

‘Onvatbaar’ betekent dat de ziekte jou niet kan vatten oftewel pakken, dus dat jij de ziekte niet kunt krijgen. Een vaccinatie gebeurt meestal door een prik (injectie) met een vaccin, één keer of een paar keer. In het vaccin zitten virussen of bacteriën in een verzwakte of niet-levende vorm. Door de prik gaat het lichaam antistoffen aanmaken die bescherming (immuniteit) tegen de echte, levende ziektekiemen bieden op het moment dat jij later daarmee wordt besmet. Door het vaccin kan jouw lichaam de ziekte dan niet meer krijgen.

Nederland kent een rijksvaccinatieprogramma. De overheid heeft daarmee ervoor gezorgd dat sommige ziektes (‘kinderziektes’) in Nederland bijna niet meer voorkomen. Dat maakt dat mensen veel gemakkelijker over die ziektes zijn gaan denken. Ze vergeten hoe ernstig ziek een kind ervan kan worden. Ze horen of lezen op het internet dat een vaccin bijwerkingen kan hebben en besluiten dan meteen dat vaccinatie voor hen niet nodig is. Sommige mensen vinden dat vaccinatie niet van hun geloof mag of ze hebben meer vertrouwen in natuurgeneeswijzen dan in een dokter. Er bestaat sinds kort een vaccin tegen een bepaald wrattenvirus (HPV). Jonge vrouwen die deze prik nemen, hebben later minder kans op baarmoederhalskanker.

In andere landen leven bacteriën en virussen die ons lichaam niet herkent. Het lichaam moet na een besmetting daarmee extra hard vechten. Mensen die op reis naar zo’n land gaan, halen bij de GGD prikken tegen die vreemde bacteriën en virussen en ook als een vaccin uit hun jeugd verlopen is (bijvoorbeeld tetanus in het dktp-vaccin). Dan hebben ze veel minder kans op die ziektes, zoals hepatitis A en B, tyfus, gele koorts, hondsdolheid (rabiës), pneumokokkenziektes en meningokokken C-ziekte (Japanse encefalitis). Soms is een vaccinatie voor een reis naar een land verplicht, soms niet.

Ook inenting. Kijk ook bij immuniteit, vaccin, wrattenvirus.