Het geven van prikken door de Nederlandse overheid aan kinderen in het hele land om ze tegen gevaarlijke infectieziektes te beschermen.
De staat regelt dat ouders of verzorgers gelegenheid hebben kinderen prikken (inentingen, vaccinaties) te laten geven. De kinderen kunnen dan later sommige ziektes niet meer krijgen. Kinderen tot zo’n 4 jaar oud krijgen die prikken meestal op het consultatiebureau. Oudere kinderen worden meestal bij de GGD ingeënt. Kinderen in Nederland krijgen prikken tegen difterie, kinkhoest tetanus, polio, rodehond, mazelen en de bof. Voor waterpokken bestaat een vaccin dat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, maar nog niet in Nederland wordt gebruikt.
Kijk ook bij vaccinatie.
