Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

buikholte

betekenis & definitie

De ruimte in de buik waarbinnen de spijsverteringsorganen bij elkaar zitten.

Aan de voorkant van de buikholte is de buikwand. Die bestaat uit huid, vet, spierweefsel en bindweefsel. Aan de achterkant van de buikholte loopt de wervelkolom (ruggengraat). Aan de bovenkant zit het middenrif (diafragma, een plaat van spieren en pezen tussen de borstholte en de buikholte) en aan de onderkant de spieren die de bekkenbodem vormen. De meeste organen in de buikholte liggen vast op hun plaats, zoals de maag, de lever, de galblaas, de alvleesklier (pancreas), de twaalfvingerige darm en de dikke darm. Maar de dunne darm ligt losjes in kronkels opgerold. Die neemt steeds een andere vorm aan wanneer de voedselbrij erin wordt voortgeduwd.