Weefsel dat organen met elkaar verbindt en het skelet en de bloedcellen vormt.
Er bestaan verschillende bindweefsels. Je vindt bindweefsel in alle organen van het lichaam van mens en dier en geeft daar steun en bescherming. Het bestaat uit weinig cellen met daartussen verschillende soorten sterke vezels. Sommige vezels (collageen) zorgen ervoor dat weefsel niet oneindig kan worden uitgerekt, terwijl andere vezels het weefsel juist wel rekbaar maken. Die elastische vezels komen bijvoorbeeld voor in wanden van bloedvaten en in de longen. Die moeten heel rekbaar zijn, zodat je soepel kunt in- en uitademen. Elastisch bindweefsel is ook te vinden in de gewrichtsbanden, die twee botdelen met elkaar verbinden.
Vet, bloed en lymfe zijn bijzondere bindweefsels met een speciale taak. Vetweefsel is een opslagplaats voor voedsel voor het lichaam, maar ook een schokdemper (rond de oogbol) en een ‘kussen’ om op te zitten (billen). Bloed en lymfe zijn vloeibare bindweefsels. Ze kunnen door het lichaam stromen en zorgen dat allerlei organen en weefsels in het lichaam via signaalstoffen (hormonen) met elkaar communiceren.
Kijk ook bij skelet.
