Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

wervelkolom

betekenis & definitie

Stevige zuil van losse wervels in de rug.

De wervelkolom maakt deel uit van romp (borstkas en bekken). Aan de bovenkant draagt de wervelkolom de schedel. De wervelkolom is van opzij gezien niet recht, maar verloopt met drie flauwe bochten. In het middengebied is er een bolle bocht naar achteren (kyfose) en in het lenden- en halsgebied een holle bocht naar voren (lordose). Aan beide kanten van de wervelkolom zitten de ribben vast. De wervelkolom is samengesteld uit zeven halswervels, twaalf rug- of borstwervels en vijf lendenwervels. Dan zijn er nog vijf heiligbeenwervels, vergroeid tot heiligbeen, en aan het eind vier of vijf staartwervels, vergroeid tot stuitbeen. Het heiligbeen en het stuitbeen zijn in het bekken opgenomen.

Ook ruggengraat, wervelzuil (in België).