Junior Dokterswoordenboek

Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

bloedglucoseconcentratie

betekenis & definitie

De hoeveelheid suiker in je bloed.

In het bloed zit altijd een beetje suiker: bloedglucose oftewel bloedsuiker. Die stof krijgt je bloed vooral van koolhydraten in je voeding, bijvoorbeeld brood, pasta en rijst, allemaal eten waar zetmeel in zit. Koolhydraten komen via je maag in de dunne darm, waar ze tot glucose worden afgebroken. De bloedbaan brengt de bloedglucose dan rond in het lichaam als brandstof voor alle cellen en organen.

Te veel bloedglucose is niet goed, want deze stof haalt veel vocht uit lichaamscellen. Daardoor raken bloedvaten overvol met water. Dat zorgt ervoor dat iemand veel moet plassen en daarna weer veel moet drinken. Dat veel plassen en drinken is vaak het eerste verschijnsel van suikerziekte (diabetes). Iemand kan ook te weinig bloedglucose hebben (hypoglykemie; sinds oktober 2016 mag je dit van het Groene Boekje ook met een c schrijven: ‘hypoglycemie’). Veel mensen met diabetes hebben een meetapparaatje op zak om een paar keer per dag te kijken hoeveel bloedglucose op dat moment in hun bloed zit.

Ook bloedsuikergehalte, bloedsuikerspiegel, bloedglucoseconcentratie, ‘gemeten bloedsuiker’. Kijk ook bij diabetes, hypoglykemie, hyperglykemie.