Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Timor

betekenis & definitie

Het eiland Timor is het grootste eiland van de Residentie Timor en Onderhoorigheden. Het is 613 vierkante geografische mijlen groot.

De kleinste Noordelijke helft behoort aan Portugal (Timor Dilly). Het andere gedeelte met de hoofdplaats Koepang, zetel van den Resident, wordt verdeeld in dertien landschappen.

Waren het vroeger geheel onafhankelijke rijkjes, sinds 1907 staan zij onder rechtstreeksch Nederlandsch Bestuur. De bevolking is meer verwant aan de Papoea’s dan aan de Maleiers.

Het is een vriendelijk, goed slag van menschen, eenvoudig gekleed. Men houdt zich bezig met landbouw en veeteelt.

Het land is zeer bergachtig en de geologische onderzoekingen hebben aangetoond, dat er ook mineralen in den grond zitten (o.a. koper). De uitvoer bestaat uit paarden, sandelhout, was.

In 1613 vestigden zich de eerste Nederlanders op Timor. De vorst van Koepang stond een groot stuk van zijn rijk, met de hoofdplaats, aan de Oost-Indische Compagnie af.

Er werd toen een handelskantoor opgericht.

Reeds een jaar later werd er een predikant heengezonden, maar na 1668 kreeg Koepang geen vasten predikant meer.

De zwakke gemeente op de hoofdplaats breidde zich dan ook zeer weinig uit. In 1729 waren er nog geen 500 Christenen.

Toen vijfentwintig jaar later er weer gedurende enkele jaren een vaste predikant was, steeg het getal tot over de duizend. Maar het laatste gedeelte der 18e eeuw verviel deze gemeente zoo goed als geheel door gebrek aan bearbeiding.

In 1820 kreeg Koepang weer een predikant. Maar al de zendingspogingen in de negentiende eeuw hadden weinig vrucht onder de eigenlijke bevolking, buiten de hoofdplaats.

Wel ontstond er een gemeente te Babauw, maar ook deze bestond voor een groot gedeelte uit vreemde kolonisten, hoofdzakelijk Rottineezen. Eerst sinds 1910 is de zendingsactie door de Indische kerk krachtig begonnen te werken.

Op verschillende plaatsen hadden massale overgangen plaats, niet alleen op Timor, maar ook op de omliggende eilanden. Het aantal Christenen in de residentie bedraagt nu ongeveer veertigduizend.

In dezen arbeid zijn werkzaam, behalve de predikant te Koepang, een zevental hulppredikers.

Bovendien zijn er werkzaam 78 Inlandsche leeraars en een groot aantal onderwijzers, die tevens dienst doen als godsdienstonderwijzers en voorgangers bij de godsdienstoefeningen.

Een der hulppredikers te Koepang is belast met de opleiding van kweekelingen voor het Inlandsche leeraarsambt (in 1925 waren er 44 in opleiding). Er is opgericht een hulp-zendingsvereeniging, die hoofdzakelijk haar leden in Indië vindt en uitgeeft De Timor Bode, waarin alle berichten van het zendingsveld worden geplaatst.

Volgens welke methode deze zending te werk gaat, kan blijken uit de volgende getallen. In de afdeeling Midden Timor zijn drieduizend Christenen en 52 lidmaten.

Op het eiland Alor zijn 12000 Christenen, waarvan 142 lidmaten. Het eigenlijke zendingswerk moet er dus nog beginnen.

< >