is een Grieksch woord, dat samenvatting, samenstelling beteekent. Het staat tegenover analyse, ontleding, ontbinding.
De analyse gaat uit van het empirisch gegevene, tracht dat te ontleden om zoo te komen tot het beginsel, de wet, de idee, zij stijgt op van het bijzondere naar het algemeene. De synthese bewandelt den tegenovergestelden weg en tracht uit het geheel, de samenvatting, de deelen te verstaan.
Men zie H. Bavinck, De opvoeding der rijpere jeugd, bl. 214 vlg.
In het meer eenvoudige spraakgebruik verstaan we onder synthese de samenvatting, waartoe men tenslotte komt na de onderdeelen te hebben beschouwd, dus een synthese, die berust op analyse.De negentiende eeuw was zeer analytisch. De wetenschap hield zich bezig met de kleinste bijzonderheden en trachtte het gegevene in steeds kleiner factoren te ontbinden. Dat geldt van de natuurwetenschappen, maar niet minder van de geesteswetenschappen. Deze werkwijze heeft ons zeker den rijkdom doen verstaan van ons bezit. Maar het groote bezwaar was, dat de eenheid verloren ging, men hield tenslotte over vernielde bloemen, die geen bloem meer mochten heeten. Zoo kwam er reactie, in de twintigste eeuw tracht men weer de eenheid te grijpen, het wezen te zien en uit en naar dat wezen de onderdeelen te verklaren.
We bepalen ons nu verder tot godgeleerd en kerkelijk terrein, ook daar openbaarde zich de begeerte naar de synthese, de eenheid. Op zichzelf lag hierin iets goed. Immers ook in de theologie en in het kerkelijk leven is het noodig de groote lijnen te zien. Kleine verschillen mogen niet, alsof ze wezenlijke waren, op de spits worden gedreven. Het is echter jammer, dat dit streven naar synthese op de genoemde terreinen zich daartoe niet heeft bepaald. Het is helaas bij niet zoo weinigen geworden een zoeken naar eenheid, ten koste van dingen, die niet prijs gegeven mochten worden.
Men heeft het eigene, dat God in den loop der historie had doen vinden, over boord geworpen, om tot vereeniging te komen met andersdenkenden. En hoezeer alle eenheidspogen aantrekt, moet toch zulk streven worden afgekeurd. Wie prijs geeft, wat wel hoofdzaak is, komt öf tot een eenheid zonder pit en kracht, een slap „Christendom boven geloofsverdeeldheid”, öf tot een schijneenheid, waarbij men het zijne vasthoudt en wel dezelfde woorden worden gebezigd, maar ieder er iets anders onder verstaat, dus alweer een eenheid zonder kracht. De hoofdzaak, de samenvatting van het Christendom kan worden gegeven en kan op allerlei terrein samenbinden, maar alleen, als die hoofdzaak is, wat door God zelf in de Schrift als hoofdzaak is geopenbaard. En juist omdat het tegenwoordig streven naar synthese het zoo niet doet, maar eens menschen bedenksel als hoofdzaak aanprijst, zal het door ons moeten worden veroordeeld.
Voor de synthese in de prediking zie men het artikel Synthetische preekmethode.
We noemen hier de brochure van Dr A. J. de Sopper, Synthese Haarlem, 1914, die destijds veel opgang maakte. Voor de analytisch-synthetische preekmethode zie men Dr T. Hoekstra, Gereformeerde Homiletiek, Wageningen, z. j., bl. 393 vlg. Over synthese in de exegese Dr F. W. Grosheide, Hermeneutiek, Amsterdam, 1929, bl. 64 vlg.