Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Soerabaja

betekenis & definitie

A. Residentie van Oost-Java, langs de Java-Zee en aan de Straat van Madoera; bestaande uit zes Afdeelingen, waarvan één ook Soerabaja heet.

Aan de Noordkust laag kalkgebergte (met grotten en eetbare vogelnestjes) en in het Zuiden de Noordelijke hellingen van vulcanisch bergland. De hoofdrivier is de Brantas, met verschillende zijtakken, waaronder de Kali Soerabaja, die alleen in de stad Soerabaja Kali Mas wordt genoemd.

Zeer dichte bevolking en te midden der Javanen vele vreemde Oosterlingen. Bestaansmiddelen: rijstbouw, vischteelt en vischvangst, cultures van koffie en suiker, boschbouw en kleinhandel.

Mineralen: petroleum, iodium en zwavel. Zoowel om de vruchtbaarheid van den bodem en de ontwikkeling op velerlei gebied als om de voor handel en scheepvaart gunstige ligging van de hoofdstad een der belangrijkste gebieden van Java.Historisch van beteekenis om de hoofdstad Modjopait (van het gelijknamige Hindoe-rijk), waarvan de ruïnen nabij het huidige Modjokerto nog overig zijn; op het terrein van de Brantasdelta zijn nog enkele tjandi’s (tempelruïnen).

In de Zendingsgeschiedenis bekend door de Christen-desa Modjowarno, een der belangrijkste Zendingsposten van Java.

B. De hoofdplaats van het Gewest, aan de Kali Mas, met pl.m. 180.000 inwoners, waarvan 25.000 Europeanen. Indië’s grootste koopstad, en tevens industriestad. Erg warm en niet bijzonder mooi; vroeger waren meerdere hoofdwegen beplant met boomen, die evenwel aan de door het snelverkeer noodig geworden verbreeding der wegen ten offer zijn gevallen. „De stad is snel gegroeid en maakt nu den indruk van een wat uit zijn krachten gegroeiden jongen.” Behalve Javanen, Europeanen en Chineezen, wonen er Madoereezen, Mooren, Bengaleezen en Arabieren. Nijverheid wordt uitgeoefend door bekwame smeden, bankwerkers, timmerlieden etc. in de groote werkplaatsen. Per Staatsspoor is er verbinding met alle deelen van Java en per stoomtram in en naar de omgeving. De stad heeft electriciteit, waterleiding, Post- en Telegraafkantoren; ook schitterende gebouwen, zooals het Paleis van Justitie, de Residentswoning, het Militaire Hospitaal; zij beschikt over goede hotels, uitnemende scholen, waarvan afzonderlijk de Nederlandsch-Indische Artsen-School (N. 1. A. S.) genoemd worde, waaraan studenten uit verschillende deelen uit geheel den Archipel hun opleiding ontvangen; het is de levendigste stad van onze Oost.

De Indische kerk heeft er een Europeesche Christengemeente met pl.m. 15.000 zielen; volgens de laatste opgave drie predikanten: Ds E. J. B. Jansen, Ds B. Keers, Ds J. M.

Coops, met tot hun beschikking den godsdienstleeraar J. J. de Stigter van Klaten; óók nog een Inlandsche Christen-gemeente van circa 700 zielen. Er is een Gereformeerde kerk (de ambten ingesteld 11 September 1881), met 641 zielen, belijdende leden 347, van wie 201 buiten Soerabaja; 2 predikanten: D.D. A. Ringnalda en P. v. d. Spek.

Het Leger des Heils heeft er een Kliniek en een Militair Tehuis. De Apostolische Prefectuur, opgericht in 1928, is toevertrouwd aan de Congregatie der Lazaristen, en wordt verzorgd door 14 Priesters, 26 Broeders en 83 Zusters. Eenige honderden Christen-Chineezen, sinds kort uit China gekomen, hebben een eigen kerk geïnstitueerd, die een eigen voorganger heeft.

Voor Christelijk onderwijs wordt goed gezorgd: onder meer een Christelijke Europeesche School en een Christelijke Mulo School. Het Nederlandsch Zendeling-Genootschap stelde in uitzicht te Soerabaja een Zendeling te stationeeren.

< >