A. Afdeeling in het Westen der Preanger-regentschappen (West-Java); de bergen Salak en Gedeh in het Noorden, kalkterrein aan de Zuidkust; voornaamste rivier: Tji Boeni; behalve rijstbouw (sawah’s tot hoog in het gebergte) cultuur van koffie, thee en cacao.
Onder de Soendaneezen wonen heel wat Chineezen.B. Hoofdplaats der Afdeeling; bij den Zuidvoet van de Gedeh, 602 M. boven zee; aangenaam koel en gelijkmatig klimaat en daarom geschikt voor herstellingsoord; aan de spoorlijn Buitenzorg—Bandoeng. Groot procent Chineezen.
Zendingspost van de Nederlandsche Zendingsvereeniging. Zendeling P. N. Gijsman (1872) kon er slechts een kleine gemeente verzamelen, grootendeels uit de Chineezen. Zendeling A. J.
Bliek (1920) kreeg meer ingang, met name onder de Chineezen. Midden in het Chineesche kamp ligt de bloeiende school en de keurige kerk. Bijposten: Tijandjoer en Palalangon. Thans met Buitenzorg één ressort, bearbeid door zendeling A. J. Bliek. Het ressort had einde 1927 in totaal 372 Christenen.
Het Bataviasche Genootschap stichtte er een Opvoedingshuis, directrice Mej. C. T. H. C. Gunning.