Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nabum

betekenis & definitie

Van dezen profeet is ons slechts zeer weinig bekend. Het eenige wat het opschrift van zijn boek ons meldt, is dat hij een Elkosiet was, dus afkomstig uit een plaatsje Elkos.

Waar dit plaatsje gelegen was, kunnen wij niet met zekerheid zeggen. Sommigen hebben het willen zoeken in het tienstammenrijk, anderen in het gebied van Juda, nog weer anderen zelfs in den omtrek van Niniveh.

Het meest waarschijnlijk is wel het gevoelen dat door de meeste nieuweren wordt voorgestaan, dat Elkos in het Zuiden of Zuid-Westen van Juda lag.Omtrent den tijd van zijn optreden zegt het opschrift niets; geen naam van eenigen koning onder wien hij profeteerde wordt er in genoemd. Toch kunnen we uit de profetie zelf dien tijd met vrij groote nauwkeurigheid bepalen. Zij is eene aankondiging van den ondergang van de Assyrische hoofdstad Niniveh; en moet derhalve gesteld worden vóór den val van deze groote stad, welke volgens de allernieuwste gegevens in het jaar 612 voor Chr. plaats had. Zelfs moet zij geruimen tijd aan die gebeurtenis zijn voorafgegaan: immers Niniveh staat nog op het toppunt van macht (vgl. 1:13; 2:11—13) en er is nog geen enkele aanwijzing van de geleidelijke verzwakking welke aan den ondergang van het Assyrische rijk is voorafgegaan. Vragen we nu verder, hoe lang de profetie aan hare vervulling is voorafgegaan, dan geeft zij ons daarop eveneens een indirect antwoord, door de verwijzing naar den ondergang van de volkrijke Egyptische stad No, d. i. Thebe (3:8 v.v.).

De verwoesting van deze stad is het werk geweest van den Assyrischen koning Assurbanipal (668—626 voor Chr.). Weliswaar is het niet mogelijk het preciese jaar daarvan met zekerheid te bepalen, maar in elk geval is zij in de eerste regeeringsjaren van Assurbanipal, nog vóór 660 voor Chr. geschied. Wij zullen dus de profetie van Nahum met goede gronden wel ongeveer omstreeks het jaar 650 voor Chr. mogen stellen.

< >