Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kerkelijk jaar

betekenis & definitie

Hieronder verstaat men den jaarkring, die in onderscheiding van het burgerlijk jaar, bepaald wordt door de dagen, waarop de Christelijke kerk in ’t bizonder de centrale heilsfeiten gedenkt en die begint met den 4den Zondag vóór Kerstfeest. Het kerkelijk jaar wordt gewoonlijk in twee helften onderscheiden: de eerste waarin de gedenkdagen vallen, loopt van den eersten Adventszondag tot den Zondag na Pinksteren; de tweede van dezen tot genen.

Aan de dienaren des Woords wordt daardoor een uitnemende leidraad voor de tekstkeuze geboden. Tot Kerstfeest prediken zij over adventsteksten; daarna tot het begin van de lijdensweken, over stoffen uit de Evangeliën betreffende Jezus’ omwandeling; na Paschen tot Pinksteren over teksten, die het werk van den verhoogden Christus beschrijven. Na Pinksteren is de prediker dan geheel vrij in de tekstkeus, wat aan zijne individualiteit gelegenheid geeft, zich ten volle te ontplooien. Bij de tekstkeuze de orde van het kerkelijk jaar te volgen, verdient aanbeveling. „De gemeente hoort dan ieder jaar prediken over de centrale heilsfeiten en de daarmede samenhangende stoffen, hetwelk voor den groei van haar geestelijk leven van groote beteekenis is. Daarbij komt nog een motief. Bij de enorme splitsing die de Christelijke kerk te zien geeft, doet het weldadig aan, dat van Kerstmis tot Pinkster heel de Christenheid des Zondags leeft in dezelfde gedachtensfeer”.

In de keuze der stoffen komt dan „eenigermate de catholiciteit der kerken tot uitdrukking” (Dr T. Hoekstra, Gereformeerde Homiletiek).

< >