Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kaiserswerth

betekenis & definitie

Gelegen op den rechteroever van den Rijn tusschen Duisburg en Dusseldorf, is voornamelijk bekend door de Diakonissen-Anstalt, in 1836 opgericht door Pastor Th. Fliedner, de moederstichting van alle diakonessenhuizen.

Deze predikant was er van overtuigd, dat in de Evangelische kerk in Duitschland en elders het diakonessen-ambt moest hersteld worden. Deze diakonessen moesten, door de liefde tot Christus gedrongen, zich wijden aan allerlei arbeid, die strekte om den nood van allerlei zieken, armen en ellendigen te lenigen, en verder in de gemeente moesten ze den predikant ter zijde kunnen staan bij allerlei werk, dat juist paste bij hun vrouwelijken aard.

Deze diakonessen zouden geen salaris ontvangen, alleen zakgeld; natuurlijk moest voor hun onderhoud gezorgd worden; en in tijden van ziekte, zwakte en ouderdom moest een goed toevluchtsoord voor hen openstaan. Fliedner wilde het ambt van diakones, dat volgens hem alzoo bestond in de kerk ten tijde der apostelen, nu herstellen.

Daartoe werd in April 1836 een van de grootste huizen in Kaiserswerth gekocht om aldaar jonge meisjes allereerst op te leiden voor de ziekenverpleging. En al moge Fliedner’s meening omtrent het bestaan van het ambt van diakones in de oudste Christelijke kerk volgens Gereformeerde opvatting niet juist zijn, toch is het een groote verdienste van hem, dat hij de ziekenverpleging, waarmee het in dien tijd treurig gesteld was, op deze wijze heeft verbeterd.

Door zijn onschokbaar geloof en Godsvertrouwen, en door zijn grooten ijver, waarmee hij propaganda- en collecte-reizen deed, is het zaad, dat hij strooide, ontkiemd en heeft rijke vrucht gedragen. Reeds in 1840 moesten er huizen bijgekocht worden; voortdurend is deze stichting uitgebreid in de 90 jaren, dat ze bestaat; vooreerst om de diakonessen te bekwamen voor den veelsoortigen arbeid, waarvoor ze werden uitgezonden, en vervolgens om al de diakonessen en alle personen, die in dienst der stichting zijn, een onderdak te verschaffen ook in dagen van ziekte, zwakte en ouderdom.

Bovendien stichtte men tehuizen voor allerlei personen, die hulp behoefden, als weezen en ouden van dagen; richtte men scholen op, zelfs een tuinbouwschool voor meisjes; en bouwde men een paviljoen voor voogdijkinderen. Bijna op alle terrein der barmhartigheid beweegt zich dus de stichting van Pastor Th.

Fliedner.Thans bestaat de inrichting uit twee groote complexen: Alt Kaiserswerth in de stad, en Neu Kaiserswerth buiten de stad op den Fronberg en op den Johannisberg. Een geheele wijk der stad Kaiserswerth wordt ingenomen door allerlei gebouwen der inrichting. Alle gebouwen zijn eigendom van en staan onder bestuur van de Rijnsch-Westfaalsche Diakonessenvereeniging.

In het oorspronkelijke huis, het z.g. Stammhaus, zijn tegenwoordig ondergebracht: het Altersheim, een tehuis voor oude mannen (waarvan de meesten de stichting gediend hebben), het Paul-Gerhardt-Stift, voor alleenstaande zwakke vrouwen en meisjes, een huishoudschool, en een opleidingsschool voor bewaarschoolonderwijzeressen.

Buiten de stadsgrenzen op den Johannisberg werd in 1879 een Anstalt voor vrouwelijke zenuw- en zielszieken geopend, en later een weeshuis. In 1885 en volgende jaren werd op den Fronberg een complex ziekenhuisgebouwen opgericht, voor een kleine 200 patiënten, met dokterswoning. In lateren tijd kwam daar nog bij het „Asyl en Magdalenenstift” voorgevallen vrouwen en meisjes; verder Tabea, een huis voor zieke en zwakke zusters; een geheel nieuw Mutterhaus met Kapel, en eindelijk drie Feierabendhauser voor oude diakonessen. Bovendien vindt men er nog — wat men niet verwachten zou — kweekscholen met internaat, waar meisjes worden opgeleid voor leerares bij lager- en middelbaar onderwijs, en behalve een huishoudschool een school voor tuinbouw met internaat.

In 1909 werd voor ’t eerst een examen in ziekenverpleging door een staatscommissie in het ziekenhuis afgenomen en aan de diakonessen diploma’s uitgereikt.

In 1926 waren 1394 diakonessen aan de inrichting verbonden en arbeidden in tal van gemeenten, in allerlei ziekenhuizen en in verschillende stichtingen van barmhartigheid en van onderwijs.

Zelfs tot ver buiten Duitschland strekte zich de arbeid der Kaiserswerther diakonessen uit, maar een groot deel van hun arbeidsveld is door den grooten oorlog voor hen verloren gegaan. Vóór den oorlog in 1914, waren in het Oosten op 30 plaatsen 137 diakonessen werkzaam, in Smyrna, in Syrië, in Egypte en in Turkije. En nu: slechts in Jeruzalem ; daar exploiteerden ze een ziekenhuis en een weeshuis; tijdens den oorlog kwam het in Engelsche handen en werden de diakonessen als gevangenen naar Egypte gevoerd; in 1923 en ’24 echter werden deze gebouwen weer terug gegeven.

< >