(1815—1895). Bekleedde bij het Nederlandsch Zendeling-Genootschap verschillende functies (tot kort voor zijn dood bleef hij het secretariaat waarnemen); werd, mede ten gevolge van den in het Genootschap uitgebroken richtingsstrijd, in 1865 Director; heeft in die laatste kwaliteit veel gedaan voor de opleiding van kweekelingen, gelijk ook voor de Zending in haar geheel.
Hij gaf den stoot tot de uitgave van het Zendingstijdschrift de Mededeelingen (1856), werd daarvan redacteur (1862), en schreef daarin talrijke belangrijke Zendingsartikelen.
Geschriften: Geschiedenis tegenover kritiek (1864); Proeve eener handleiding bij het bespreken der Zendingswetenschap (1879); en De Christelijke Zending der Nederlanders in de 17e en de 18e eeuw (1891).
Neurdenburg verdient onder de Zendingsmannen van beteekenis genoemd te worden.