Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Irregulariteit

betekenis & definitie

Voor de ordinatie worden in de Roomsche kerk zekere eigenschappen aan de geestelijken gesteld. Deze kunnen absoluut zijn (zij moeten gedoopt zijn en van het mannelijk geslacht).

Zonder dat kan de ordinatie niet plaats hebben. Maar zij kunnen ook relatief zijn, d. w. z. zij kunnen gemist worden, zonder dat de ordinatie teniet gedaan wordt.

Dan is de ordinatie ongeoorloofd (illicita) maar toch geldend (valida). Het ontbreken van de relatieve eigenschappen heet irregulariteit en die kan nog zijn ex defectu en ex delicto.Ex DEFECTU geldt bij

1°. lichamelijk gebrek, het welk den dienst hindert (stomheid, doofheid, blindheid enz),
2°. gebrek in den leeftijd, de leeftijd is voorgeschreven voor een subdiaken 22 jaar, voor een diaken 23 jaar, voor een presbyter 25 jaar en voor een bisschop 30 jaar,
3°. gebrek aan kennis, want voor de hooge ambten is een wetenschappelijke opleiding noodzakelijk,
4°. gebrek aan geloofsvastheid, welke men bij neophieten en clinici (van krankheid bekeerden) kan vinden,
5°. met het oog op het sacrament (tweede huwelijk, of huwelijk met een weduwe),
6°. perfectae saevitalts, d. w. z. dat men medegewerkt heeft tot iemands dood (men heeft b.v. als soldaat deelgenomen aan den krijg, men heeft mede geoordeeld tot iemands dood, bijv. een advocaat etc.),
7° famae (gebrek aan goeden naam), tibertatis (men is gebonden door ambt of beroep).

Ex DELICTO vindt plaats bij

1°. zulken, die iets schandelijks bedreven hebben,
2°. die misdaden hebben gepleegd,
3°. bij misdrijven, die alleen de bisschop te weten is gekomen.

Wanneer een ordinatie nu door irregulariteit gedrukt wordt, dan is de ordinatie wel geldig, maar de geordineerde mag tot geen hooger ambt opklimmen en hij zelf mag niet in functie treden, wanneer hij van den paus of den bisschop geen absolutie heeft ontvangen.

< >