Huisvrouw van Maarten Luther, geboren uit een oud-adellijk geslacht in Meiszenschen 29 Januari 1499. Zij werd non in het klooster Nimtzsch bij Grimma.
Door Luthers geschriften onderricht, meende zij het recht te hebben haar geloften te verbreken. Zij vluchtte in 1523 met 8 andere nonnen.
Op 13 Juni 1525 trad zij met Luther in het huwelijk. Zij was een gehoorzame, trouwe en vrome huisvrouw, die met haar echt Duitschen geest een ware hulpe voor den Reformator geweest is.
Luther roemt dikwerf zijn Käthe. Na Luthers dood kwam zij door den Schmalkaldischen oorlog in groote moeite.
In 1552 toog zij vanwege de pest van Wittenberg naar Torgau. Onderweg werd zij ziek en stierf in Torgau 20 December 1552.
De Roomsch-Catholieken hebben haar ten allen tijde in een hatelijk daglicht geplaatst; maar alle vrienden van Luther hebben in haar om haar vromen zin, haar voorzichtig en toch moedig optreden een voorbeeld gezien voor een echte predikantsvrouw.