Pinot meunier is sterk vertegenwoordigd. Verrassend sterk zelfs, want over de variëteit horen we zelden in Champagne. Met trots vertelt men altijd over pinot noir en chardonnay, terwijl toch pinot meunier het beste paard van stal blijkt.
Hij is althans nadrukkelijk in de wijngaarden aanwezig en wordt zonder terughoudendheid verwerkt in de cuvées. In totaal staan in Champagne op een haar na 11.000 hectaren pinot meunier, hetgeen goed is voor 33 procent van de totale aanplant. In het belangrijkste departement voor champagne, Marne, staan 8400 hectaren en dat is 38 procent van de totale aanplant in het departement - in 1979 was het nog vijftig procent. In het departement Aisne neemt hij met 74 procent 2250 van de 3050 hectaren voor zijn rekening.
Het betreft hier het westelijk deel van de Vallée de la Marne. Wijnbouwers in de Champagne weten de pinot meunier te waarderen. Hij is namelijk winterhard en dat telt in een noordelijk gelegen wijngebied. Hij is goed bestand tegen voorjaarsvorst. Juist daarom is hij vooral in de Vallée de la Marne, waar de risico's hiervoor tamelijk groot zijn, aanwezig. Maar ook het feit dat hij eerder rijpt dan pinot noir en chardonnay is voor de Champenois een belangrijk argument om de pinot meunier te koesteren. Bovendien is de opbrengst per hectare genereuzer dan die van de pinot noir - wel 10 tot 15 procent. Goed gevinifieerd bezit de wijn van pinot meunier een fris, opwekkend, floraal aroma. Het levendige, frisse fruit is de sterkste kant; een beperkt rijpingsvermogen daarentegen is de zwakkere zijde. In millésimés en cuvées de prestige is het aandeel daarom veelal minder. Er wordt gezegd dat de pinot meunier uit de naast elkaar gelegen crus Festigny en Leuvrigny, een unieke kwaliteit bezit. De wijngaarden liggen hier op de tamelijk steile oostelijke oever van het riviertje Flagot en de bodem bevat aanzienlijk meer kalk dan de dichtbijgelegen oevers van de Marne. Ook de net even ten zuiden van Épernay gelegen crus Pierry en Moussy hebben een goede reputatie met hun pinot meunier.
