Ook: niks.
1. Een (vrijwel) waardeloze hand.
2. Een slechte score.
3. Een niet-haalbare manche (in de uitdrukking ‘redden tegen niets’).
4. Een kleintje (in het verzoek van een leider aan de dummy ‘doe maar niets’ en in de aanduiding van een waardeloze doubleton of driekaart: ‘twee keer niks’ resp. ‘drie keer niks’).