Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Gepubliceerd op 11-11-2022

Katten, zwarte

betekenis & definitie

Het eigenzinnige, vrijheidslievende roofdier werd tussen drieduizend en tweeduizend voor Christus gedomesticeerd in Egypte, en dit gebeurde in eerste instantie met de Nubische vaalgele kat. De kat was zowel het heilige dier voor de godin Isis - haar dochter Bastet (Bast, Pasht) werd met een kattenkop afgebeeld - als voor de Romeinse godin van de jacht, Diana, en ook voor de Germaanse godin van de liefde en het huwelijk, Freya (niet te verwisselen met Frija of Frigg, Wodans echtgenote), wier wagen door een span katten getrokken werd.

Uit meer dan tweeduizend jaar oude geschriften in het Sanskriet blijkt dat katten een belangrijke rol speelden in de toenmalige Indiase maatschappij, en in China (ongeveer vijfhonderd jaar voor Christus) filosofeerde Confucius in het gezelschap van zijn lievelingskat. Rond zeshonderd na Christus had Mohammed bij zijn toespraken een kat in zijn armen, en omstreeks die tijd hielden Japanners katten in hun pagoden ter bescherming van gewijde handschriften. Ook tegenwoordig horen katten naast honden tot de meest geliefde huisdieren, maar toch is de angst nog steeds diep geworteld dat een zwarte kat die de weg kruist ongeluk aankondigt. Dit negatieve beeld is in de late Middeleeuwen in Europa ontstaan, toen de heksengekte zich uitbreidde en zwarte katten met de machten der duisternis in verband gebracht werden. Men dacht dat het van gedaante veranderde heksen of demonische hulpgeesten waren, en zo kwam er naast de heksenvervolging ook de kattenjacht met de bedoeling om het duivelse dier uit te roeien.→ Heksen, → Hond.

< >