In de bijbel, in de gezamenlijke klassieke en moderne literatuur, en in de geschiedschrijving spelen dromen - als boodschappen van onbekende goddelijke en demonische machten - een vooraanstaande rol. Het duiden en uitleggen van de nachtelijke film is een ingewikkelde aangelegenheid, maar zelfs in gereduceerde vorm - droom: schat vinden; duiding: u speelt mee in de lotto - worden mensen er steeds weer door gefascineerd, zoals de ontelbare hoeveelheid populaire boeken over droomuitleggingen bewijzen.
Hier een kleine daartoe behorende potpourri (waarbij eerst het droombeeld en dan de interpretatie wordt genoemd):• De eigen wc wordt door anderen gebruikt: onverbiddelijk zijn in zakelijke aangelegenheden.
• Een arend vliegt met een prooi: goede tijden voor vermogensaanwas.
• Apen pesten: een bedrieger heeft het gemakkelijk.
• Aalmoezen verdelen: promotie.
• Mieren die in oren kruipen: de volgende reis voert naar het kerkhof.
• Vissen terwijl de zon schijnt: niet alleen vissen, ook een levensgezel belandt in het net.
• Een zoete appel eten: gelukkig in de liefde; een zure appel eten: ruzie.
• Een arm breken: vooruitzicht op een nieuwe baan.
• Artisjokken: binnenkort wil iemand iets goed maken, iemand van wie je het niet had verwacht.
• Slordig met geneesmiddelen: bijna beter.
• Meer dan twee ogen hebben: einde van de kinderloosheid.
• Oesters eten: de zaken gaan goed.
• Een beek met vissen: de erftante verwisselt het tijdelijke met het eeuwige.
• Een bad met kleren: het water staat tot aan de lippen.
• Een zwevende ballon: het geluk ontglipt.
• Een vrouw met baard: een ongehuwde gaat binnenkort trouwen, een van de gehuwden dreigt met een scheiding/vooruitzicht op een scheiding.
• Begraven worden: lichamelijk fit blijven.
• Benzine: flirt loopt op niets uit.
• Wankelende bergen: inval van de belastingdienst of een andere machtige organisatie.
• Bergbewoners aan het werk in een donkere tunnel: binnenkort bezoek van niet geliefde familieleden.
• Met de bezem de andere kant uit vegen: het krediet op de lopende rekening is in gevaar.
• In een vreemd bed slapen: geslijm van valse vrienden.
• Verschaald bier: narigheid.
• De beet van een dier: gerechtigde jaloezie.
• Een mensenmenigte wordt door de bliksem getroffen: snel carrière maken.
• Bloemkool: vrienden trekken zich terug.
• Bloed spuwen: het bankconto stijgt.
• Bonen: niets dan narigheid.
• Braadpan: spetterende, gecompliceerde liefdesaffaire.
• Een huilende bruid: afscheid van vrienden.
• Een brief in stukken scheuren: een lasteraar in de buurt.
• Verbrand brood: de inzet van het kansspel verkleinen.
• Warm brood eten: de arts is niet ver.
• Bronnen met helder water: goede tijden voor het libido.
• Een boek eten: voor dromende schrijvers: doorbraak, succes.
• Strijken: het liefdesavontuur eindigt met werken.
• Bureau: het gepruts werkt op de zenuwen.
• Champagne drinken: geluk blij ft een onbetrouwbare partner.
• Chrysanten cadeau doen: virussen trekken ten strijde.
• Op een bank staan: slecht nieuws.
• Als cowboy optreden: er zal spoedig een vechtpartij uitbreken in het café.
• Een gebroken degen: ongegeneerd leven nadat de reputatie naar de maan is.
• Dolfijn: succesvolle visvangst.
• Een eigen standbeeld bekijken: vrienden wenden zich af.
• Diamant: schitterende toekomst.
• Een dichter zijn: loonsverhoging krijgen.
• Een document vinden: de komende dagen vallen er brieven in de bus van de belastingdienst of van het kantongerecht.
• In de modder vallen: onverhoopte toestroom van geld.
• Eb en vloed gadeslaan: het leven is zo of zo.
• Vlaamse gaai: een beschaafde kletskous tegenkomen.
• Eieren leggen: de anticonceptie optimaliseren.
• Eigen ingewanden bekijken: mooie vooruitzichten.
• Ijsbeer: hitte, vuur, hartstocht, erotische waanzin.
• Op een olifant rijden: geluk, glans, roem.
• Vliegen als een engel: voorzichtig bij ijzel en scherpe bochten.
• Eenden vangen: aandelen kopen.
• Verdrinken: geen reden tot zorgen, alles komt goed.
• Azijn drinken: vrienden en familieleden zijn onvriendelijk.
• Een brandende fakkel dragen: het gaat vooruit - met de liefde en/of op het werk.
• Fietsen: voorsprong op de concurrentie.
• Met vals geld betalen: het levensdoel opnieuw formuleren.
• Biggen voederen: een dief wacht zij n kans af.
• Het vuur aansteken: aan de hunkering is een einde gekomen.
• Kleine vissen eten: de ruzie met de buren bederft de eetlust.
• Vliegen: steeds meer succes.
• Succesvolle vlooienjacht: ruzie in de familie, of baan kan weggesaneerd worden.
• Begraafplaats: tevredenstellende renteberichten.
• Een vos vangen: een valse vriend wordt ontmaskerd.
• Voetballen: op het kantoor of in de fabriek niet meer buitenspel staan.
• Aan de galg hangen: een boosaardig persoon wil zich inlikken.
• Gebraad eten: het bezoek aan een casino loont.
• In gevecht raken: zich aan de projectplanning houden.
• Gevogelte: een vrouw bewijst zich als redder in de nood.
• Een viool horen: de vlucht eindigt in een doodlopende straat. Standhouden loont zich.
• Een gevulde brandkast: dubieuze relaties beëindigen.
• Met een geraamte dansen: de superieur op het werk zorgt voor moeilijkheden.
• IJzeren tralies: kalme tij den.
• Een graf uitgraven: het verwerven van het stuk grond.
• De haan kraait: de poging zal slagen.
• Gezwollen hals: winnen in de lotto.
• Een instortend huis: tranen van geluk.
• In het hooi liggen: bedrieglijke rust.
• Hert: men heeft geduld nodig bij de sluipjacht.
• Een bloeiende vlier: een afwisselend liefdesleven.
• Bretels: een dieet zal het gewenste effect hebben.
• Hommel: succes door volharding.
• In een hondenhok wonen: de spilzucht van de partner tastbaar maken.
• Eiland: rijp voor het geluk.
• Een jubileum vieren: een verwachte promotie kan op de buik worden geschreven.
• Aan een cabaretvoorstelling meedoen: bijval van de verkeerde kant.
• De pet verliezen: vele mensen houden hun hoed op.
• Kater: huwelijks- of levenspartner jaagt in vreemde streken.
• De eigen keel wordt doorgesneden: tijd om te emigreren.
• In de bioscoop zitten: in een liefdesaffaire valt het doek.
• Koning zijn: dood van een familielid.
• Varkenslapjes op het hoofd: de concurrent richt een bloedbad aan.
• Last van schurft: het verborgene komt te voorschijn.
• Een karaf breken: na een zware periode breekt een tijd van liefde aan.
• Landhuis: een bezoek eindigt met beledigingen.
• Onder een lawine bedolven worden: einde van de huidige moeilijkheden.
• Een lijk zien: goede berichten blijven binnenshuis.
• Haarlokken afsnijden: vele loze beloften aanhoren.
• Marsepein: overal versierders en mooipraters.
• Masturbatie: het gaat slecht met de zaak.
• Een woedende muilezel: ondergeschikten beramen wraakactie.
• Mensenvlees eten: de rijken worden alleen maar rijker.
• Korset: gehinderd worden door een nieuwsgierige buurman.
• Mesthoop: een prima tijd om een windhandel op te zetten.
• Modeatelier: vooruitzicht op een one-night stand.
• Wegzinken in het moeras: weer vaste grond onder de voeten krijgen.
• Muggenjacht: doorwaakte nachten.
• De eigen mond opeten: het zwetsen, kletsen en grootspreken reduceren.
• De mond op de plaats van het achterste: verlies van erebaan dreigt.
• De nagels laten knippen: problemen met kredietwaardigheid.
• Snoepen: binnenkort promotie.
• De oren van een roofdier hebben: kwaadsprekerij door valse vrienden.
• Orgel: liefdesleven toetsen.
• Paus: religieuze twijfel.
• Pruik: het geheim wordt opgeheven.
• Paardenmest in appelvorm: van het een komt het ander.
• Onrijpe perzik: Sisyfusarbeid.
• Een bokaal wordt tegen de wand geworpen: een vriend toont zijn ware gezicht.
• Psalmen horen: de oren worden gewassen.
• Bron: nieuwe zakelijke ideeën ophoesten.
• Een regenworm eten: als onstuimig bekendstaan.
• Nijlpaard: een vervelend persoon duikt weer op.
• Rolschaatsen: schuchterheid staat zinnelijk genot in de weg.
• Draagstoel: recht op het doel afgaan.
• In een doodskist liggen: enorm oud worden.
• Zeug met biggen: zwijnen bij toto en lotto.
• Schavot: de bekendheid groeit.
• Scheidsrechter: afgunstige mensen de rode kaart tonen.
• Sneeuwman: liefde kan wegsmelten als sneeuw voor de zon.
• Zeep: de weg naar de top is bezaaid met voetangels en klemmen.
• Soldaat: met traagheid komt men niet veel verder.
• Een brandend huis: er komen slechte tijden aan.
• Asperges: wilde hartstocht eindigt abrupt.
• Stro op het hoofd: men wordt onderschat.
• Een vliegend tapijt: fantasie leidt tot stagnatie.
• Onweer: aan het begin staan van een bliksemcarrière.
• Last hebben van verstopping: te veel vergen van diverse geliefden.
• Kruik: hypochondrische trekjes versterken zich.
• Watten eten: hoge tandartsrekeningen.
• Tenen: de zaken gaan goed.
Meer indruk dan de gewone dromen maken de zogenaamde paragnostische en precognitieve droombeelden. Gossler (Lexikon Grenzwissenschaften) vertelt over John William Dunne, die ‘de uitbarsting van de Mount Pelée op het eiland Martinique en de verwoesting van de stad St.-Pierre in het jaar 1902 in een droom zag gebeuren’.
Over dergelijke telepathische fenomenen schrijft Sigmund Freud in een oorspronkelijk ter voorlezing bedoelde tekst (Traum und Telepathie, 1922): ‘Heb ik bij u de indruk gewekt dat ik voor de realiteit der telepathie in de occulte betekenis heimelijk partij heb gekozen? Ik zou het zeer betreuren dat het zo moeilijk is om een dergelijke indruk te vermijden. Want ik wil werkelijk onpartijdig zijn. Ik heb daar ook alle reden toe, want ik heb geen oordeel, ik weet er niets van.’ Des te meer weten we dankzij Freud over de droom als fictieve wensenvervuller, als verschijningsvorm van het onbewuste, als elementaire drijfveer van het onderbewuste en als eigen psychische prestatie. Wat hij in zijn Traumdeutung (1900) beschrijft en analyseert - het onderscheid tussen de manifeste en de latente droominhoud, de verschillende soorten dromen, de droomcensuur, verdichting en verschuiving, de vormwetten van de droomstructuur, et cetera -, werd door de moderne wetenschap grotendeels experimenteel bevestigd.
Hoewel Freuds droomuitleg in wezen ‘causaal-reductief’ is, stammen volgens C.G. Jung de droombeelden als archetypen uit een collectief onderbewustzijn, die als gelijkenissen, sprookjes en parabels moeten worden begrepen, en die, doordat ze ‘de mensen in samenhang met de oerervaring der mensheid (geboorte en dood, rijping, verandering, verhouding tot het andere geslacht) plaatsen’, een bijzondere betekenis voor de wensen en plannen van de mens hebben.
Lang voor Jung en Freud had Blaise Pascal in zijn Pensées (1669) een tijdloze droomuitlegging vastgelegd: ‘Als we elke nacht hetzelfde zouden dromen, zou het ons net zo bezighouden als alles wat we dagelijks meemaken; als een handwerker er zeker van kon zijn dat hij elke nacht twaalf uren zou dromen dat hij koning was, zo zou hij bijna net zo gelukkig zijn als de koning die elke nacht twaalf uur dromen zou dat hij handwerker was (...) Maar omdat de droombeelden steeds wisselen en alles steeds weer anders is, raakt ons dat minder dan wat we in waaktoestand ervaren, en wel omdat hier de opeenvolging gelijkmatiger is; evenwel ook weer niet zo gelijkmatig dat er zich geen veranderingen voordoen, misschien minder plotselinge. Als deze zich voordoen, bijvoorbeeld tijdens een reis, dan zegt men: ‘Het lijkt wel alsof ik droom.
Want het leven is slechts een ietwat minder wisselvallige droom.’
→ Voortekens, goede en slechte, → Waarzeggen.