Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

VOS

betekenis & definitie

Er komen in Palestina, al naar de landstreek, verschillende soorten voor, waarvan de geelbruine Vos (Vulpes flavescens) de grootste is en de Palestijnse Vos (V. palaestina) de algemeenste. De eerste komt voor in Galilea, de laatste in geheel Midden-Palestina.

Zij voeden zich met vruchten, insecten, vogels en muizen en eten meer plantenvoedsel dan onze v. De Bijbel vermeldt dit dier onder de naam sjoeᶜāl, die zowel „vos” als „jakhals” kan betekenen, maar in de St.Vert. steeds door „vos” vertaald wordt. Uit de context zal dus afgeleid moeten worden welk dier bedoeld wordt. De v. leven niet gezellig, hoogstens paarsgewijze, daarom zijn de „vossen” van Simson jakhalzen geweest (Richt. 13 : 4). De v., vooral de jonge, doen nog meer schade in de wijnbergen dan de jakhalzen (Hoogl. 2 : 15). De v. leven in zelf gegraven holen (Matt. 8 : 20; Luc. 9 : 58), terwijl de vos door zijn eenzaam leven en het gevaar, dat hem daardoor dreigt, listiger is dan de jakhals (Luc. 13 : 32). Zie ook Jakhals en Wolf.

< >