Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

PURPER

betekenis & definitie

Tot op deze dag zijn aan de kust van Palestina nog steeds in grote aantallen te vinden de twee soorten Purperslakken (Murex brandaris en M. trunculus), die door de Phoeniciërs werden gebruikt bij het verkrijgen van hun beroemde p.verven. Ook kan men de gebroken schalen nog vinden in de ruïnes van de oude „p.fabrieken” van Tyrus, Sidon etc.

De P.slakken behoren tot de Kieuwslakken (Branchiata), waartoe ook onze Wulk en Alikruik behoren. Ze hebben een prachtige schelp met vele uitsteeksels, terwijl de mantel een lange adembuis bezit. Onder de mantel bevindt zich de p.klier, die een licht-geel vocht afscheidt, dat, aan het zonlicht blootgesteld, verschillende tinten van rood tot blauwachtig aanneemt, al naar de soort van slak. De kleur wordt ook afgegeven, m. a. w. ze kan gebruikt worden om andere stoffen, vooral wol, katoen en linnen, te verven. De Phoeniciërs gelden als de uitvinders van deze verfkunst. Ze hebben overal volksplantingen gesticht en daar de p.slakken langs vrijwel de gehele kust van de Oude Wereldzee voorkwamen, werd de verfindustrie verbreid. De stad Thyatira werd er beroemd door, Hand. 16 : 14, en het „gilde” der wolbewerkers en -ververs was daar het meest invloedrijke. De verfstof was zeer duur, zo bleven daarmee geverfde stoffen een weeldeartikel (Luc. 16 : 19) en is ook de welgesteldheid van Lydia verklaarbaar, Hand. 16 : 15. Onder p. wordt zowel de verfstof verstaan als de met p. geverfde stoffen. Het p. was ook de kleur voor de vorsten en hooggeplaatsten, Dan. 5 : 7, 16. In de Rom. staat waren slechts de hoogsten in rang bevoegd het p. te dragen. De „purperen mantel” als spotkleed voor de Christus, Matt. 27 : 28, was slechts een gewone rode soldatenmantel.

De Phoeniciërs hebben al vroeg deze p.-verfstof naar Egypte gebracht. Daarom vinden wij ze ook al in de beschrijving van de tabernakel Ex. 25 v. Daar wordt ook onderscheid gemaakt tussen de verschillende nuanceringen, die door aparte woorden worden uitgedrukt, die het best kunnen weergegeven worden door „blauwpurper” (St.Vert. „hemelsblauw”) en „roodpurper” (St.Vert. „purper”). Ex. 25 : 4 b.v. worden genoemd tĕkhēlĕth (blauw-p.) en ’ărgāmān (rood-p.). Ook op andere plaatsen komen deze tinten naast elkaar voor, 2 Kron. 2 : 7, 14; Jer. 10 : 9, enz.

< >