Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

OOIEVAAR

betekenis & definitie

Er komen in Palestina twee soorten voor: de Witte O. (Ciconia ciconia) en de Zwarte O. (C. nigra), zo genoemd om zijn zwarte rug en nek. Beide zijn dooortrekkers, hoewel van de Zwarte O. soms enkele exemplaren overwinteren en van de Witte O. verschillende op de zomertrek achterblijven om te broeden in de omgeving van verlaten steden.

Uit de woordkeus van Jer. 8 : 7 zou af te leiden zijn, dat men de o. als „doortrekker” zowel in herfst als lente kende.De witte o., die in O.-Duitsland en Polen broeden, gaan over de Balkan, Klein-Azië, de grens van de Syrische woestijn, de Z.lijke oever van de Dode Zee en de Sinaï naar hun winterkwartieren in de Soedan en Z.-Afrika. Op de herfsttrek komen er weinig over Palestina. De voorjaarsroute omvat de kustvlakte, het heuvelgebied, het Jordaandal en het Over-Jordaanse. Daar zijn ze overal te vinden, naar voedsel zoekend. Ze vorderen slechts enkele km per dag, terwijl de nacht dikwijls in de bomen wordt doorgebracht, Ps. 104 : 17.

De zwarte o. leeft altijd in de bossen. Hij geeft de voorkeur aan vlakke, vochtige gebieden, maar alleen als er oude bomen met grote kronen voorkomen, waarin hij nestelen kan of zijn nachtverblijf houden, Ps. 104 : 17.

De o. werden als onrein beschouwd, Lev. 11 : 19; Deut. 14 : 18.

< >