de Griekse vorm van Eleazar, is een in het N.T. meer dan eens voorkomende naam.
1. De arme man in de gelijkenis Luc. 16 : 19—31. Hij lag aan de deur van de rijke om iets van de spijzen te ontvangen. Jezus stelt hem voor als een vroom man, die wanneer hij sterft, door de engelen gedragen wordt in Abrahams schoot.
2. Een historische figuur is L. van Bethanië, de broeder van Martha en Maria. Jezus had L. lief en heeft hem uitverkoren om hem uit de doden op te wekken, teneinde daarin Zijn macht te openbaren. Ook wekte Jezus hem op om door dit teken van Zijn macht en barmhartigheid te doen uitkomen, hoe groot de zonde der Joden was, die Hem deswege vervolgden. Het graf van L. biedt Jezus de gelegenheid de heerlijkheid van de opstanding te prediken, Joh. 11. L. was tegenwoordig bij de maaltijd door Simon, de melaatse aan Jezus aangeboden, Matt. 26 : 6; Joh. 12 : 1, 2.
