Het Hebr. woord sappīr duidt een edelsteen aan, die in St.Vert., in navolging van LXX, wordt genoemd: saffier of saffiersteen. Beter is de vertaling: l.
Dit is de z.g. lapis lazuli, een edelsteen van fraaie, blauwe kleur. Zie J. Bolman, De edelsteenen uit den Bijbel (1938), bl. 43—46. De l. komt voor als de 2e steen in de 2e rij edelstenen van het borstschild van de hogepriester, Ex. 28 : 18; 39 : 11. Zie verder Ex. 24 : 10; Job 28 : 6, 16; Jes. 54 : 11; Openb. 21 : 19.