Het woord is afgeleid van een Grieks woord, dat des Heren betekent. Bijgedacht moet worden huis.
Het Griekse N.T. heeft het ook in het Latijn overgegane woord ecclesia, dat saamgeroepen vergadering, volksvergadering betekent, Hand. 19 : 32, 40, in de Griekse vertaling van het O.T. gebruikt wordt voor het saamgeroepen volk Israël en in het N.T. het woord voor de Christelijke K. wordt.Als Jezus onder het Joodse volk optreedt, schijnt het aanvankelijk, dat velen Hem zullen volgen. Maar het slaat om, het volk verlaat Jezus en Hij trekt zich terug in de kring der discipelen. Dan sticht Jezus een nieuwe gemeenschap, een kring van die Hem belijden, de K. der nieuwe bedeling, gegrond op de belijdenis, dat Jezus is de Christus, de Zoon des levenden Gods en begiftigd met de hantering van de sleutelen des hemelrijks, Matt. 16 : 13 v. In het eerst is deze nieuwe gemeenschap nog nauw verbonden met de Joodse. Doch na de marteldood van Stephanus wordt dat anders en de Christelijke K. krijgt een eigen bestaan. De K. breidt zich uit door de zending en allengs komen er k. in vele plaatsen in het grote Rom. rijk. Het bijzondere daarbij is, dat elk van deze k. op zichzelf zelfstandig is. Er is sprake van k. in het meervoud, Gal. 1 : 2, maar de K. is ook één geheel, want van de wat wij meestal zichtbare K. noemen wordt ook het enkelvoud gebruikt naar de goede lezing, Hand. 9 : 31. De K. is de vergadering der gelovigen, zij is het lichaam van Christus, Hij is haar hoofd, 1 Cor. 12 : 12 v. (vs 12 heet de K. zelf Christus); Eph. 4 : 1 v. De K. wordt gesticht door de buitengewone ambtsdragers, apostelen, profeten, evangelisten, Eph. 4 : 11, geregeerd door de gewone, ouderlingen en diakenen, Hand. 13 : 23; Tit. 1 : 5. In haar eredienst sluit zij zich aan bij de synagoge, daar is lezing van de Schrift, aanvankelijk alleen van het O.T., daarna ook van de brieven der apostelen, Col. 4 : 16; 1 Thess. 5 : 27, daar is prediking, gebed en vermoedelijk ook wel gezang, Eph. 5 : 19; Col. 3 : 16. Daar is ook bediening van de sacramenten, doop en avondmaal naar de instelling van Christus. Daar waren ook collecten, 1 Cor. 16 : 1 en 2.
