1. Stad even ten N. van de Arnon, Deut. 2 : 36; 3 : 12; 4 : 48, aan de Z.grens van het rijk van Sihon, Joz. 12 : 2, en van Ruben, Joz. 13 : 16, en volgens het bericht op de steen van Mesa was deze stad door hem versterkt.
Thans is het een heuvel met een ruïne, genaamd Chirbet Ara‘er, 750 m hoog gelegen aan de Z.rand van de vruchtbare vlakte van de Kura, waar deze uitstroomt in het kloofdal van de Modsjib (de Arnon). Deze vesting beheerste de grote N.-Z.weg en de overgang over de Arnon. Een beschrijving geeft A. Musil, Arabia Petraea I 331, 332. Men vindt er resten uit de brons- en ijzertijd en uit de periode der Nabateërs.2. Een plaats bij Rabba der kinderen Ammons, Joz. 13 : 25; Richt. 11 : 26 en 33; over de ligging bestaan twee gissingen: òf ten NO. van Amman in Argān, òf in Chirbet es-Safra 7 km ten O.
3. 1 Sam. 30 : 28, een stad in het zuiderland, identiek met Adada, Joz. 15 : 22 (te lezen als Arara). Daar ligt inderdaad aan de weg van Berseba naar de „Opgang van Akrabbim” een heuvel Bir Arara, 7 km ten Z. van het „Zoutdal”, waar men A. vermoedt. En het schervenmateriaal toont aan, dat deze heuvel een muur had in de tijd van het Rijk van Juda.