Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

ANTIOCHIË

betekenis & definitie

1. De stad, waar de discipelen ’t eerst Christenen genaamd werden, Hand. 11 : 26, was in de dagen van Paulus de derde in het Rom.

Rijk, na Rome en Alexandrië. De stad was gebouwd 20 km van de kust van de Middell. Zee, aan de Z.-lijke oever van de Orontes, ingesloten tussen de uitlopers van de Amanus in het N. en de Casius in het Z., bij de groene hellingen van de Silpius. De aanleg was schitterend. Dwars door de stad van W. naar O. was een zuilengalerij van 4 rijen marmeren pilaren, waartussen 3 straatwegen waren: de middelste voor het verkeer van zware wagens, de beide andere voor voetgangers, ruiters en luxe rijtuigen. Een 2e zuilengalerij begon bij het Orontes-eiland in het N. en liep naar het Z. en zo was de stad verdeeld door een reusachtig witblinkend marmerkruis in 4 wijken. In het N. omspoelde de Orontes een eiland, waarop het koningspaleis der Seleuciden was gebouwd. De watervoorziening voor de stad was uitnemend, evenals de verlichting; „dag en nacht (zo roemde een lofredenaar) verschillen alleen door de soort van licht”.Buiten de stad was het verrukkelijk natuurparadijs Daphne, waar vrolijke mensen in feestelijke kleding togen naar de tempel van Apollo. De rijke koopstad en handelsplaats telde op iedere burger twee slaven. Dit was een schrijnende tegenstelling. Het was een stad van luxe en van vermaak; een stad met goochelaars, komedianten, tovenaars, danseressen, circusgasten; een stad van wedlopen, gladiatorenspelen en theatervoorstellingen; een stad van bijgeloof en onzedelijkheid. Oosterse religie, met haar verheerlijking van natuurkrachten en vegetatiegodheden, gaf aan die onzedelijkheid nog een glans. De bevolking was in Paulus’ dagen internationaal: Romeinen, Grieken, Syriërs, Joden. Tot die bevolking is het Christendom gekomen door hen, die verstrooid waren door verdrukking, Hand. 11 : 19. Door het levendige handelsverkeer kreeg de gemeente van Jeruzalem er kennis van; zij zonden Barnabas naar A., Hand. 11 : 22, die Saulus van Tarsen haalde; zij beiden arbeidden een jaar lang in de stad, Hand. 11 : 26. A. werd het uitgangspunt van de 1e en 2e zendingsreis onder de heidenen, Hand. 13 : 3; 16 : 5 v.

In de Apostolische tijd was het: A., de schone; de koningin van het Oosten; de 3e metropolis van het Rom. Rijk. De weg voor de zending en voor de gemeenten van de eerste kerk liep over Jeruzalem—A.—Rome. A., (nu Antakiye) is thans een stad van 35.000 inwoners. De oude roem van de „Schone, de Goudene” verdient het niet meer door de pracht van tempels en kolonnades, of de glans van weelde en welvaart, maar alleen door de liefelijke ligging, welke het mooist uitkomt, als het goud van de zonneschijn op de verlaten berghellingen ligt.

2. Stad in Klein-Azië, gelegen in Phrygië bij de grenzen van Pisidië, Hand. 13 : 14, aan de voet van de Sultan Dagh. Het was een kolonie van Rom. veteranen. De stad riekte naar de leerlooierijen; door de handel in leer gelokt, hadden zich hier veel Joden gevestigd. A. was een heilige stad, gewijd aan de dienst van een inheemse mannelijke godheid, die de naam Men of Lunus droeg. Boven de stadspoort zag Paulus het beeld van die godheid: op het hoofd een Phrygische muts, op de schouders twee horens, de hand gesteund op een lans; een bewijs hoe de bevolking diende degenen, die van nature geen goden zijn, Gal. 4 : 8. Paulus en Barnabas predikten hier, en verschillende heidenen kwamen tot het geloof, Hand. 13 : 48. Thans is er van deze stad weinig over. Honderd km ten W. van Konya, dicht bij de Turkse stad Yalovach, staan de vervallen bogen van een Rom. aquaduct op een kale heuvel. Behalve deze overblijfselen herinnert er weinig aan, dat hier vroeger Pisidisch A. gelegen heeft.

< >