de plaats tot waar Jeftha de Ammonieten vervolgde, Richt. 11: 33. Eusebius zegt in zijn plaatsnamenlijst (Onomasticon) dat het een plaats was, rijk aan wijnstokken, zes mijlen van Philadelphia gelegen (d. i.
Rabba der kinderen Ammons, nu Ammān genoemd). De Palestina-geleerde Alt heeft A. gelocaliseerd in Chirbet es-Sūqeg aan de weg tussen Ammān en Hesbon.