Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Getekend

betekenis & definitie

Getekend zijn, gebrandmerkt zijn door een misstap in het verleden; vandaar:

Getekende, iemand die getekend is.

Het opvatten van een lichamelijk kenmerk als een teken van slechtheid is een algemeen fenomeen. Mogelijk gaat de hier genoemde betekenis mede terug op Genesis 4:15, waarin God aan Kaïn, na de moord op zijn broer, ter bescherming een merkteken geeft: ‘En hij [God] merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan’ (NBV). Dit teken is in het volksgeloof in omgekeerde zin opgevat als een lichamelijk kenmerk van een slecht mens, dat anderen moet waarschuwen. Vroeger werd dat ook Kaïnsteken genoemd. In het tegenwoordige gebruik wordt niet naar een fysiek kenmerk verwezen maar naar het figuurlijke stempel dat iemand draagt wegens vroegere al of niet vermeende wandaden.

Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), Jeremia 2:22. Want, al wiescht ghy u met salpeter, ende naemt u veel zeepe, so is doch uwe ongerechticheyt voor mijn aengesichte geteeckent, spreekt de Heere HEERE.

Gebruiksvoorbeeld: Hij vroeg het paleis om uitleg en kreeg te horen dat alleen de wederhelften van wettelijk gehuwde ministers welkom waren. Het antwoord zinde hem niet en hij bedankte voor de invitatie van zijn werkgever. Op het diner zaten wel een drietal andere ministers als getekenden alleen in hun bord te prikken. (De Standaard, nov. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: Daniël liep op de nieuwe school rond als een held die op afstand moest worden gehouden, als een getekende die leraren het hoofd insloeg of krankzinnig maakte, een onberekenbare zwartkop van wie men nog moest zien of hij getemd kon worden. (D. Meijsing, Robinson, 1983 (1976), p. 23)