Wat is de betekenis van zuster?

Het begrip zuster heeft 3 verschillende betekenissen: 1) vrouwelijke bloedverwant. iemand van het vrouwelijk geslacht, als bloedverwant beschouwd in relatie tot andere kinderen van dezelfde vader en moeder of van een van beide ouder; vrouw, meisje in relatie tot een ander kind of andere kinderen van dezelfde vader en/of moeder. 2) vrouw...

(1980) (feministen) feministe. • Maar al was dat zo, Marja zag haar, de toekomstige gouvernante, toch niet als tegenstandster. Als vrouw was ze immers een zuster, zoals dat in feministische kringen heette. (Adriaan van der Veen: Niet meer bang zijn. 1980) • Kritiekloos bestempelen deze zusters elkaars oogkleppen als lichtende bakens in d...

zuster - Zelfstandignaamwoord 1. vrouwelijk kind van dezelfde ouders, zus 2. verpleegster in een ziekenhuis 3. non, kloosterlinge Woordherkomst afkomstig van: Middelnederlands: suster Oudernederlands: swestar Germaans: *swestēr Indo-Europees: *swésōr Synoniemen [2] verpleegster, ziekenverpleegster, ziekenzuster

zuster - zelfstandig naamwoord uitspraak: zus-ter 1. vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij ♢ Anna is mijn zuster 1. je zuster! [dat zou je wel willen, dat gaat niet door] ...

Woord waarmee sommige mensen een vrouwelijke verpleegkundige aanspreken. Kijk ook bij broeder, verpleegkundige.

Meestal is het niet de eigen zuster, maar eerder een zorgzame persoon, de verpleegster. Het kan ook de religieuze zuster zijn, dus de non of de diacones. Vaak verschijnt ze in het droombeeld als een hulpvaardige vriendin of een maatschappelijk werkster, bij wie men hulp en raad zoekt. Wie in de droom ruzie met haar maakt, is met zichzelf ontevreden...

In mannendromen belichaamt de zuster de ‘Anima’, een anoniem personage van het andere geslacht waarin alles wordt bijeengebracht wat de dromer de personificatie schijnt van het begerenswaardig vrouwelijke. In dromen van vrouwen is de zuster dikwijls een ‘schaduw’, een deelaspect van de eigen persoonlijkheid, die datgene type...

v -> Suster.

(de, -s), zuster of halfzuster ouder dan de betrokkenen. Ik wil samen met mijn zuster en zusjes in één huis wonen en gelukkig zijn in een Bruynzeel-huis (Doelwijt 1971: 30). -Etym.: AN z. = vrouwelijk kind van dezelfde ouders als betrokkenen. -Zie ook: zusje, kleinzusje, broertje, kleinbroertje, broer.