Zotheid
s., sottens, gekkens, healwizens.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...heden), dwaasheid, gekheid, malligheid, abstr. en concr.: ik houd niet van die zotheid ; ,,de Lof der Zotheid” van Erasmus ; de zotheden der Duitse rassenleer.
M. J. Koenen's (1937)
v. zotheden (dwaasheid, malligheid, gekheid; dwaze daad): zotheden uithalen; de lof der zotheid, werk v. Erasmus, 1467–1536.
J.H. van Dale (1898)
ZOTHEID, ZOTTIGHEID, v. (...heden), dwaasheid, gekheid, malligheid: ik houd niet van die zotheid; allemaal zottigheid: „de Lof der Zotheid” van Erasmus.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: