Zijne ziel in lijdzaamheid bezitten
D.i. gelaten iets dulden; niet toornig worden; ontleend aan Luc. XXI, vs. 19: Besittet uwe zielen in uwe lijdtsaemheyt. Vgl. mnl.: In uwer verduldicheit of gedoochsamheden soo selt ghi uwe sielen besitten (Ruusbr.); Groot-Nederland, 1914, bl. 393: Laten we onze zielen in lijdzaamheid tezamen bezitten en onze hoop en idealen met liefde...