Wat is de betekenis van Zijn (eigen) hart opeten?

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Zijn (eigen) hart opeten

D.w.z. ‘door kommer, vooral ook door nijd of spijt verteerd worden’; ook in Zuid-Nederland zijn hert opeten, opfèten naast iemand zijn hert opeten, opfretten, opknagen, iemand voortdurend verdriet en hartzeer aandoen (Teirl. II, 39). Ook in het Grieksch zeide men óv dupöv Karéöav, in het lat. corsuum edere...