zijde, weefsel
('zijdɘ) v. [Mlat. saeta (serica), Chinees haar] I. Eig. spinsel waarin de (zijde)worm zijn gedaanteverwisseling tot pop en vlinder ondergaat: spinnen; ruwe, gekookte, verwerkte, getweernde daar zal hij geen bij spinnen, niet veel mee verdienen, winnen. II. Metn. 1. zijden draad : een streng floret-, merk-, stop-, vlokzijde. 2. weefsel daar...