Zich aan een stroohalm vasthouden
D.w.z. in het nietigste redding zoeken als men in gevaar is; eig. gezegd van een drenkeling, die redding zoekt in een stroohalm (-wisch). Vgl. Hooft, Brieven, 257: Ende (zij) kan aan Corisca geen volslaagen ongelijk geeven, die een gasthuis van haar hart maakte, om zich aan 't vlotgras te houden, als haar de wal ontging1); Van Effen, ...