Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Zich aan een stroohalm vasthouden

betekenis & definitie

D.w.z. in het nietigste redding zoeken als men in gevaar is; eig. gezegd van een drenkeling, die redding zoekt in een stroohalm (-wisch).

Vgl. Hooft, Brieven, 257: Ende (zij) kan aan Corisca geen volslaagen ongelijk geeven, die een gasthuis van haar hart maakte, om zich aan 't vlotgras te houden, als haar de wal ontging1); Van Effen, Spect VII, 163: Om zig uitdien naren toestand te redden, handelt hy meesten tyd als iemand, die in gevaar van te verdrinken, zig aan een dryvend strootje vast houd; Harreb. II, 316: Hij houdt zich aan een stroowisch vast; V.v.d.D. 178: Je voelt je miserabel, hulpeloos.... en je hoopt, je klemt je aan 'n stroohalm vast! Kmz. 346: We moeten het teerste stroohalmpje aanvatten. In Zuid-Nederland is bekend zich aan hetgers houden, zich trachten recht of gezond te houden, voor zich zelven zorgen (Schuerm. Bijv. 95 a, Teirl. 481). Vgl. ook het fri. ien oan in strie fêst halde; fr. un homme qui se noie s'attache a un brin d'herbe, a un roseau; hd. sich an einen Strohhalm halten; eng. to catch ata straw.