Wat is de betekenis van winde?

v. (-n), 1. (thans w. g.) windas; — dommekracht ; — garenhaspel; 2.geslacht van slingerplanten (Convolvulus) met klokvormige bloemen, w-aartoe behoren de akker-, de haag-en de zee- of duinwinde ; 3. zwarte winde, zwaluwtong, een soort van duizendknoop (Polygonum convolvulus); — z...

Het begrip winde heeft 2 verschillende betekenissen: 1) slingerplant met trechtervormige bloemkelken. slingerplant met trechtervormige, veelal witte, roosrode of lila bloemkelken en driehoekige of langwerpige bladeren, die hier vooral op akkers en in duingebieden groeit en opklimt langs de halmen van veldgewassen en de takken van struiken en...

(1906) (Barg.) plaats waar iets te verdienen is. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955) • (Paul van...

winde - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Convolvus sp. een slingerende plant met kegelvormige bloemen 2. (vissen) Leuciscus idus is een zoetwatervis die tot de karperachtigen behoort winde - Werkwoord 1. aanvoegende wijs van winden

Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: haagwinde (Calystégia sépium) en akkerwinde (Convólvulus arvénsis). Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch.D., Z.V1.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.:...

Winde - Reeds bij het bespreken van de blankvoorn en de meun werd er het een en ander gezegd over de winde (Leucuscus idus). Het onderscheid zit vooral in de rechte achterrand van de anaalvin (d.i. de laatste buikvin vóór de staart). Hij kan van 30— 60 cm worden bij een maximaal ge¬wicht van ruim een kg. Paait in maart, apri...

(de), ingevoerde tropisch Amerikaanse sierheester met grote, paarse bloemen (.Ipomoea carnea, Dagoeblatfamilie). -Etym.: De bloemen lijken in vorm op die van AN w. , d.i. de naam van enige windende soorten van de Dagoeblatfamilie in Ned. (Convolvulus- en Calystegia-soorten). - Zie ook: abia.

slingerplant met kelkvormige blom.

(Fr.: klimmer). Plant. Algemeen is de haagW. De akker-IE. op de eilanden,'in bouwland vooral op klei en langs spoorlijnen. De zee-W. niet algemeen op de eilanden, komt voor op het Rode klif en op de zeedijk bij Harlingen.