Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

WINDE

betekenis & definitie

Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: haagwinde (Calystégia sépium) en akkerwinde (Convólvulus arvénsis). Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch.D., Z.V1.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.: weewinde; W., Z.B., Th., Ph., Sch.D., Z.V1.: pispotjes; Z.B., N.B., Sch., Z.VL: perrepluutjes.

Voor de akkerwinde wordt ook wel de naam aerdwinde (W., Sch.) gebruikt. In de buitenste stuivende gedeelten der duinen komt ook de zeewinde (Calystégia soldanélla) voor. Dit is een in overig Nederland zeldzame plant, die in de Zeeuwse duinen plaatselijk vrij veel voorkomt. Op de dijken van de vroeger in het Zandkreekgebied gelegen Calandspolder groeide het zg. Calandsklokje (Convólvulus linedtus). Het betrof hier de enige wilde groeiplaats in Nederland. Met de afsluiting van het Veerse Gat en het afgraven der dijken ter plaatse is deze plant verdwenen.