windel
windel - Zelfstandignaamwoord 1. waarmee iets omwonden kan worden Woordherkomst Naamwoord van handeling windelen Synoniemen luier, windsel
Wiktionary (2019)
windel - Zelfstandignaamwoord 1. waarmee iets omwonden kan worden Woordherkomst Naamwoord van handeling windelen Synoniemen luier, windsel
Peter Bakema (2003)
(de, -s & -en) windsel, zwachtel. Ook een nieuwigheid is de rekbare windel en een pakketje dat kompressen en ontsmettingsmiddel in één bevat. - HV, 07-09-2001.
Walter De Clerck (1981)
Zwachtel; - gewest, ook: luier. Hij droeg een witte windel om zijn kop. Daarop (volgde) Lowie, met een handbrede plaaster op zijn rechterwang, CLAES 1950, 47. Meters windels worden afgerold, genoeg om straks het hoofd in te pakken, Laatste Nieuws 4/8/1980. Afl.: windelen, in zwachtels binden.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s, -en), 1. (gew.) zwachtel; — luier, bakerpak; 2. (Zuidn.) katrol; — (mv.) haagwinde.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip windel heeft 2 verschillende betekenissen: 1. windel - WINDEL, m. (-s, -en), (gew.) luier, luur; pak (van zeer kleine kinderen). 2. windel - WINDEL, m. (-s, -en), (Zuidn.) katrol.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: