wijf
(1100) (min.) vrouw. 'Een tang van een wijf': een boosaardige vrouw. Een 'lekker wijf' slaat op een sexy vrouw. In de 19e eeuwse volkstaal was 'wijf' ook de benaming voor een vroedvrouw. Vroeger had het woord een vrij neutrale betekenis, tegenwoordig heeft het een ongunstige gevoelswaarde. Bij Hendrik Conscience lezen we bijvoorbeeld: 'Hy beeft als...