Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 31-10-2021

wijf

betekenis & definitie

(1100) (min.) vrouw. 'Een tang van een wijf': een boosaardige vrouw. Een 'lekker wijf' slaat op een sexy vrouw. In de 19e eeuwse volkstaal was 'wijf' ook de benaming voor een vroedvrouw. Vroeger had het woord een vrij neutrale betekenis, tegenwoordig heeft het een ongunstige gevoelswaarde. Bij Hendrik Conscience lezen we bijvoorbeeld: 'Hy beeft als een oud wyf!' Een goedmoedige aanspreekvorm is wijfie*.

• Dat goede wijf sel in al dat gotliken ende eerliken is, horen man onderdanich wesen, also wel in die quade avonture als in die goede, want overmits dattie mannen van naturen vroeder ende wyser is dan dat wijf, so sel dat goede wijf horen wil ... (Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde. 1906)
• Een wijf is toch niet zo hinderlijk als hij eerst gedacht had. (Gerard Walschap: Houtekiet. 1939)
• Bij artiesten hangen óf allerlei klassieke kunstreproducties aan de muur, wat mij persoonlijk niet zo aanspreekt, óf gladde naakte wijven uit de Playboy. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964)
• Wat een mollige enkels. Ik lijk wel een wijf. (Jan Wolkers: De kus. 1977)
• Ik weet niet wat je met die kaarten doet, maar stuur geen olifant aan je vrouw. Want ze laat je subiet opsluiten, hoor. Zo zijn ze – wijven. (Simon Carmiggelt in het Parool, 25/07/1981)
• “Altijd hetzelfde prevelement. Misselijk word je van die stomme wijven,” riep ze. (Helga Ruebsamen: Op Scheveningen. 1988)
• Ik hou ervan als ze me wijf of wijffie noemen en ik vind het prettig om op een aardige manier uitgescholden te worden, met rotzak of vals kreng. (Lydia Rood: Zij haar zin. 1996)
• De officier bladerde in de Lingeriespecial van P-Magazine. ‘Schone wijven voor de werkman,’ zei hij. (Stan Lauryssens : Dode lijken. 2003)
• Wijven zijn crapuleuze serpenten. (Erik Vlaminck: Suikerspin. 2008)
• Hij zag een “lekker wijf”, een blozend en stuntelend lekker wijf, dat geheel en al aan zijn genade was overgeleverd. (Herman Koch: Het diner. 2009)
Eens, toen een luidruchtige touroperator Elisa bij het afscheid beetpakte, haar in de hals kuste en haar ‘een heerlijk wijf’ noem de, verhief Victor Klein zich en informeerde of hij prijs stelde op een setje. (Cherry Duyns: Dante’s trompet. 2011)
• ‘Ik dacht dat hier lékkere wijven kwamen,’ zegt de directeur, quasi teleurgesteld rondkijkend. (Ben Haveman: Alles voor de dakgoot. 2011)
• Wijf: een oud wijf TvK 48. Wijf: het meervoud is wijs, met een s, vergelijk het Engelse wives. ’n Goei wijf èn ’n goei kat heure bij de kachel: zoo wijf, zoo mess, bot of ‘weg’. (vrouwen zijn lastig). WWB 294. (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)
• Drukte en gezelligheid in Amsterdam en wij zitten braaf met vier koters thuis op de bank terwijl ‘‘die wijven’’ de beest uithangen.’ (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)
• Claire is slim, geestig en – laten we wel wezen – een lekker wijf. (Wanda Bommer: Springbonen. 2017)
• En in die Bajatent komen die wijven van de Blokker ook, daar heb ik al helemaal geen zin in. (Judith Visser: Zondagskind. 2018)