Wat is de betekenis van Vuil?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vuil

I. bn. bw. (-er, -st), 1. bedorven : een vuil ei; een vuile maag hebben ; een vuile wonde ; onzuiver: vuile lucht inademen : 2. onrein, morsig : vuile handen, kleren hebben ; er vuil uit zien ; vuile straten, met modder bedekt; het is erg vuil buiten; vuile schoenen, voeten; zich vuil maken; — ergens geen water om vuil willen maken,...

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vuil

vuil - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet schoon, bevuild vuil - Zelfstandignaamwoord 1. viezigheid, onreine materie Synoniemen vuiligheid Antoniemen net, proper, rein, schoon, zindelijk

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vuil

vuil - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. met stof of modder of iets anders besmeurd ♢ je nieuwe broek is helemaal vuil 1. vuil werk [werk waar je vuil van wordt] 2...

2025-07-14
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vuil

zie oog.

2025-07-14
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Vuil

→Afweertoverij, → Vogelpoep, → Volksgeneeskunde, → Carnaval.

2025-07-14
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Vuil

Wordt meestal positief beoordeeld. Wie met vuil wordt bekogeld of zich vuil maakt, kan erop rekenen dat hij inzake financiële aangelegenheden een gelukkige hand heeft; want het geld is immers door veel handen gegaan, dus het is vuil.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Vuil

1. in je - schieten, informele, Rotterdamse uitdr. voor ‘gaan slapen’. Vuiltje is overigens soldatenslang voor ‘bed’. 2. loop naar je-e moer, platte verwensing. Marineslang. Vgl. (ouwe) mallemoer. O.a. bij Harmsen. 3. de (-e) week hebben, zie week.