vleesch
vleesch - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van vlees van vóór 1946/47
Wiktionary (2019)
vleesch - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van vlees van vóór 1946/47
dr. M. Wagenaar (1938)
Vleesch - (bepaalde klieren, organen en andere producten van geslachte dieren afkomstig). Beenderen: Hoewel de meeste beenderen verwerkt worden in de lijm- en gelatinefabrieken, vinden ze toch ook toepassing bij de spijsbereiding. Vaak worden beenderen meegekookt om de voedzaamheid van een of andere spijs te verhoogen. Beenderen bestaan uit anorgan...
dr. ir. P. Schoorl (1938)
Vleesch is het spierweefsel van alle slachtvee. Hoewel visch ook tot vleesch gerekend kan worden, wordt dit apart behandeld. Vleesch bestaat voornamelijk uit eiwit en vocht met soms meer of minder vet en minerale bestanddeelen. (Koolhydraten ontbreken bijna volledig.) Geheel versch vleesch dat gekookt of gebraden is, is taai. Het moet eerst bestorv...
John Kooy (1933)
spiermassa, bindweefsel, enz., v. menschen en warmbloedige dieren; de voedingswaarde v/h vleesch dezer laatsten (runderen, varkens, schapen, enz.), berust o/h gehalte aan eiwit en minerale zouten en beweegt zich tusschen 98 (100 g mager rundvleesch) en 125 (100 g mager varkensvleesch) calorieën. Het bevat gemiddeld 75% water en 25% vaste stoff...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
is de spiermassa met haar bindweefsel, zenuwen, enz. van het dierlijk lichaam. Met zijn hoog eiwit- en vetgehalte is v. een belangrijk voedingsmiddel. Als zoodanig komt vooral in aanmerking het v. van runderen, kalveren, varkens, schapen, paarden, benevens het v. van wild en gevogelte. V. wordt gekookt of gebraden gegeten; rauw v. is voor de consum...
Dr. Ch. Bles (1929)
de massa der spieren met het bindweefsel, de zenuwen, de vaten en het vet, dat zich daartusschen bevindt, de weeke bloedrijke deelen van het dierlijk lichaam, gelegen tusschen de huid en de beenderen. Het vleesch van dieren vormt een onzer voornaamste voedingsmiddelen, voornamelijk bestaande uit eiwitstoffen en vet, terwijl de koolhydraten er slech...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Vleesch - de massa der spieren met haar bindweefsel, zenuwen, vaten en vetcellen, de weeke bloedrijke deelen van het dierlijk lichaam. De kleur van het v. is verschillend. Rood vleesch leveren volwassen zoogdieren, meer in het bijzonder de huisdieren, zooals koe, paard. Wit vleesch is dat van jonge dieren, kalf, varken en van de meeste vogels. Het...
J. Kramer (1908)
de massa der spieren met hun bindweefsel, zenuwen, vaten en vetcellen, de weeke bloedrijke deelen van het dierlijk lichaam, gelegen tusschen de huid en de beenderen. Zie ook Spieren.
J.H. van Dale (1898)
VLEESCH - o. spiermassa der dieren, inz. der warmbloedige dieren: de Katholieken eten geen vleesch op onthoudingsdagen, wel visch; mager, vet vleesch; gezouten, gerookt, gebraden vleesch; dat paard zit goed in zijn vleesch, is nogal vleezig; die boerin is net een klomp vleesch, vreeselijk dik en log; — wild vleesch, dat in eene heelende wonde...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: